Archief

dinsdag 13 september 2011

Europa heeft cariës toegestaan, en zit nu met een rot gebit



Mijnheer de Voorzitter, premier, collega’s

Over Griekenland zou  ik zeer kort kunnen zijn door te verwijzen naar mijn verklaring in deze Kamer, in mei van vorig jaar, toen ik met mijn fractie de bijkomende leningen aan de Helleens Republiek het verworpen. Maar omdat het geheugen zo kort is, en mijn voorspellingen zo zijn uitgekomen, is het nuttig er  even op terug te komen.
Toen zei ik al, en ik citeer:  

“Als we naar het verleden van Griekenland kijken en als het gezegde fraus omnia corrumpit van toepassing zou zijn, dan zou Griekenland geen halve euro mogen krijgen. Het land is tot de eurozone toegetreden op basis van valse begrotingen. Griekenland heeft dat tien jaar lang kunnen volhouden zonder dat Eurostat dat kon controleren. Nu moeten andere landen die zelf begrotingstekorten hebben, miljarden euro’s aan Griekenland lenen. Terwijl overal in Europa gesproken wordt over het optrekken van de pensioenleeftijd, heeft Griekenland de laagste pensioenleeftijd van Europa. Een op twee mensen in Griekenland werkt voor de overheid. “

En ik voeg er nu aan toe dat sommige ambtenaren zelfs een 16de maand krijgen uitbetaald.  
Ik zei toen ook dat het land een van de grootste zwarte economieën van Europa kent en dat belastingontduiking er een nationale sport is.

Bij ons is het meer een daad van wettige zelfverdediging, maar in 2009 gaf het gemiddelde Griekse gezin 1.355 euro uit aan corruptie.  

Al in mei van 2010 zei ik dat Griekenland virtueel failliet was en zijn schulden niet meer kon afbetalen, en dat België met zijn bijkomende leningen die schuldenberg nog zou verhogen. Het land moest toen 27 procent van zijn uitgaven schrappen om het tekort weg te werken en een overheidsschuld van 273 miljard euro tegen een rente van 10 procent terugbetalen. En wij gingen toen die overheidsschuld nog verhogen met ongeveer 110 à 130 miljard euro. Ik vroeg mij toen af of we dat land een dienst bewezen door het nog meer schulden te bezorgen? Toen zie ik dat we Griekenland eerder moesten helpen door het uit de eurozone te zetten, zodat de Griekse munt gedevalueerd kan worden. België zou toen in totaal 3 miljard euro aan Griekenland lenen, maar Griekenland was, en is nog altijd een markt van rommelkredieten. De enige remedie daartegen is om het land uit de eurozone te zetten om verdere besmetting te voorkomen. Als solidariteit domheid wordt, dan wordt ook het slachtoffer uiteindelijk beschadigd.

Door altijd maar meer te moeten geven aan dergelijke hulpverslaafde landen, voorspelde ik dat we zelf in moeilijkheden zouden komen. Daarom hebben het wetsontwerp niet goedgekeurd, omdat het niet goed was, niet voor ons land, niet voor Europa, niet voor de euro en zeker niet voor Griekenland.

We zijn nu anderhalf jaar later en het enige verschil met toen is dat de schuld van Griekenland geen 273 miljard euro meer is, maar 350 miljard; ik zat er niet ver naast.  
In alle lidstaten van de eurozone liggen gelijkaardige wetsontwerpen op tafel en moeten volksvertegenwoordigers beslissen of ze het tijdelijk Europees Noodfonds al dan niet willen uitbreiden. We moeten goed beseffen dat een stem voor dit wetsontwerp ook een stem is voor de huidige aanpak van de eurocrisis. Ik zal tegen stemmen.
De laatste maanden werd steeds duidelijker dat de aanpak van de eurocrisis geen vruchten heeft afgeworpen. Albert Einstein definieerde krankzinnigheid ooit als hetzelfde blijven doen en betere resultaten blijven verwachten. Het valt op dat de aanpak van de eurocrisis op zijn minst consistent was. Europese leiders verklaarden telkens plechtig dat ze alles zouden doen wat nodig was om de markten te kalmeren. In ruil voor beloftes van toekomstige besparingen kregen begrotingszondaars een zak geld. Het noodfonds is een soort bancontact voor lui die niet kredietwaardig zijn.  Onzekerheid verspreidde zich, via de banken, over de perifere eurolanden, naar de kapitaalkrachtige eurolanden, en weer helemaal terug.
Banken die in ons land geld geven aan insolvabele personen of aan schuldherschikking doen voor zulke mensen of bedrijven kunnen door de Bankcommissie worden gestraft. Als het om Europa gaat zijn wij zelfs blind en mag alles. Keynes: Als je de bank een pond schuldig bent heb je een probleem. Als je een miljoen pond schuldig bent heeft de bank een probleem.

Een faillissement van een EU lidstaat is geen klein bier en de gevolgen ervan zouden drastisch zijn. De methode die de Europese leiders volgden was misschien wel het proberen waard, maar is mislukt. Als we terugkijken op de voorbije 18 maanden, moeten we ons bewust durven zijn van de pijnlijke realiteit waarin Europa zich vandaag bevindt.

Griekenland was de eerste EU lidstaat die een beroep deed op noodleningen (zij het niet via het EFSF), en is er niet in geslaagd om de economische groei te genereren die noodzakelijk is om de overheidsschuld weg te werken. Het land is er zelfs niet in geslaagd om te voldoen aan de leningsvoorwaarden die gesteld werden door de zgn. trojka  van het IMF, de ECB en de Europese Commissie (geen vooruitgang op twee derde van het overeengekomen to do lijstje).  De weg uit het dal is ver weg. Het Grieks parlement geeft nu openlijk toe dat de controle over de dynamiek van de overheidsschuld volledig zoek is. Om een faillissement af te wenden is een nieuw hulppakket noodzakelijk. Een mens vraagt zich dan af: is Athene met onze voeten aan het spelen?

Ook in economisch gunstige tijden zoals in het begin van deze eeuw bleef de Griekse staatschuld stijgen.
Elk land dat een overheidsschuld torst van anderhalf keer het BBP zou moeilijkheden ondervinden om economische groei te realiseren. Daar komt nog bij dat Griekenland opgezadeld zit met een overgewaardeerde munt en een ondermaatse internationale concurrentiepositie. In een dergelijke situatie is een devaluatie van de munt aangewezen, maar dat is gezien de muntunie onmogelijk. Het logische alternatief, een interne devaluatie met drastische loonmatiging en prijsdalingen, botst op begrijpelijke weerstand van het Griekse electoraat. Besparingen lijken onmogelijk binnen het tijdsbestek waarin ze noodzakelijk zijn. De meeste perifere eurolanden bevinden zich in een gelijkaardige situatie, met schamele of negatieve economische groei, stijgende werkloosheid en het vooruitzicht op nog meer besparingsrondes.

We zijn allemaal in hetzelfde bedje ziek. Een schuldencrisis door
-          kolossen van publieke sectoren
-          verspilling van overheidsmiddelen
-          en een aantasting van de ondernemingsgeest.

De situatie in Portugal is niet veel beter dan in Griekenland. Ierland lijkt aan de beterhand, al gaat het nog steeds gebukt onder de gevolgen van zijn bankencrisis. Besmettingsgolven van de eurocrisis bereikten intussen ook de kusten van Italië en Spanje.

De club mediterranée wordt steeds afhankelijker van het geldinfuus van eurolanden die in het verleden wél een orthodoxe begrotingspolitiek volgden. De geldstroom verloopt deels via het tijdelijke euro reddingsfonds (EFSF) en deels via de ECB die junkbonds koopt van noodlijdende landen. De “meer van hetzelfde” strategie die Europa volgt, leidt vanzelf tot een monetair piramidespel.  Een Ponzischema zakt in de private sector in elkaar zodra het vertrouwen weg is. In de publieke sector draait het om belastinggeld en duurt het tot overheden weigeren te betalen. In de huidige crisis draait het daarbij om de sterkste geldschieter: Duitsland.

Het eindspel komt steeds duidelijker in zicht. Bundespresident Christian Wulff vroeg zich verleden week met een uitzonderlijke publieke démarche terecht af wie de redders zal redden. Jurgen Starck, de Duitse hoofdeconoom en feitelijke nummer twee van de ECB, kondigde vrijdag onverwacht zijn vertrek aan omdat hij de hervatte aankoop van obligaties door de ECB onaanvaardbaar vindt. Verleden week benadrukte het Duitse Grondwettelijk Hof dat ook nog Duitsland enkel mag bijdragen aan het tweede Griekse reddingsplan mits er parlementair toezicht komt op de Europese plannen van de Duitse regering. De stemming over een eventuele betalingsweigering volgt vermoedelijk op 29 September in de Bundestag. Wij kunnen vandaag alvast het goede voorbeeld geven  in dit halfrond.

De beslissingen van de Europese top van 21 juli 2011 zorgden niet voor een fundamentele breuk met de mislukte aanpak van het verleden. Ze gaan integendeel verder op de eerder begane paden. Meer middelen vrijmaken voor het reddingsfonds is geen structurele oplossing: hoe meer de deelnemende landen zich garant stellen, hoe meer hun overheidsbudgetten onder druk komen te staan. Ook het EFSF kan in het vizier komen van ratingbureaus zoals Standard & Poor's. Eurobonds zouden volgens deze buro’s ook een CC – kwotering krijgen.

Een fiscale transferunie dan? Met een geldstroom van Noord naar Zuid, zij het via een Europees ministerie van financiën of via eurobonds, dan wordt Europa België in het groot. Dat de onderhandelaars in ons land er al meer dan 450 dagen niet in slagen om een regering te vormen, is een teken aan de wand dat de 'Verenigde Staten van Europa' een luchtkasteel is.

Een muntunie werkt in de Verenigde Staten omdat ze samenvalt met een natie, zegt Paul Krugman. Een natie met een centrale overheid, een gedeelde cultuur en een gemeenschappelijke taal. In België is dat al een ramp. Laat staan in Europa.  

We moeten het huidige beleid in vraag stellen. Kiezers in heel Europa verdienen een koerswijziging. Ik beweer niet dat er een magische oplossing bestaat voor het probleem: het beëindigen van de crisis zal ongetwijfeld pijnlijk zijn. De Griekse tragedie eindigt altijd in tranen, of met traangas. Maar insolvente landen en instellingen blijven opzadelen met schulden is niet duurzaam.

Een zwevende munt kan heilzaam zijn voor een land.  Wie zijn munt opgeeft, geeft eigenlijk zijn economische flexibiliteit op. Met een eigen munt kan het de rente en de geldhoeveelheid verlagen om recessies te voorkomen. De munt kan dan ook devalueren, wat automatisch leidt tot loonkorting en toenemende concurrentiekracht. Europa kan de looptijd van de uitstaande obligaties verlengen en de rente verlagen met een éénmalige drastische schuldherschikking.


Met het noodfonds dat  nu voorligt, blijft het de kreupele die de lamme overeind houdt.
Daar werk ik niet aan mee, ik stem daar tegen.

Collega’s, ik kom van de kust. Veel van het vissersvolk heeft een heel gezond oordeel en nogal wel gezond verstand. Wat wij hier vandaag doen, zou ik met een soort visserslatijn willen duiden, om af te ronden. Als men geld geeft aan dergelijke noodlijdende landen, dan kan me net zo goed zijn geld in Oostende in de Noordzee gooien, en wachten in Nieuwpoort tot het eruit komt.


Jean-Marie Dedecker

 voorzitter LDD

Geen opmerkingen:

Een reactie posten