Mijnheer de Voorzitter, premier,
collega’s
Over Griekenland zou ik zeer kort kunnen zijn door te verwijzen naar
mijn verklaring in deze Kamer, in mei van vorig jaar, toen ik met mijn fractie
de bijkomende leningen aan de Helleens Republiek het verworpen. Maar omdat het
geheugen zo kort is, en mijn voorspellingen zo zijn uitgekomen, is het nuttig
er even op terug te komen.
Toen zei ik al, en ik citeer:
“Als we naar het verleden van Griekenland kijken en als het gezegde fraus
omnia corrumpit van toepassing zou zijn, dan zou Griekenland geen halve
euro mogen krijgen. Het land is tot de eurozone toegetreden op basis van valse
begrotingen. Griekenland heeft dat tien jaar lang kunnen volhouden zonder dat
Eurostat dat kon controleren. Nu moeten andere landen die zelf
begrotingstekorten hebben, miljarden euro’s aan Griekenland lenen. Terwijl
overal in Europa gesproken wordt over het optrekken van de pensioenleeftijd,
heeft Griekenland de laagste pensioenleeftijd van Europa. Een op twee mensen in
Griekenland werkt voor de overheid. “
En ik voeg er nu aan toe dat sommige ambtenaren zelfs een 16de
maand krijgen uitbetaald.
Ik zei toen ook dat het land een van de grootste zwarte economieën van
Europa kent en dat belastingontduiking er een nationale sport is.
Bij ons is het meer een daad van wettige zelfverdediging, maar in 2009
gaf het gemiddelde Griekse gezin 1.355 euro uit aan corruptie.
Al in mei van 2010 zei ik dat Griekenland virtueel failliet was en
zijn schulden niet meer kon afbetalen, en dat België met zijn bijkomende
leningen die schuldenberg nog zou verhogen. Het land moest toen 27 procent van
zijn uitgaven schrappen om het tekort weg te werken en een overheidsschuld van
273 miljard euro tegen een rente van 10 procent terugbetalen. En wij gingen
toen die overheidsschuld nog verhogen met ongeveer 110 à 130 miljard euro. Ik
vroeg mij toen af of we dat land een dienst bewezen door het nog meer schulden
te bezorgen? Toen zie ik dat we Griekenland eerder moesten helpen door het uit
de eurozone te zetten, zodat de Griekse munt gedevalueerd kan worden. België zou
toen in totaal 3 miljard euro aan Griekenland lenen, maar Griekenland was, en is
nog altijd een markt van rommelkredieten. De enige remedie daartegen is om het
land uit de eurozone te zetten om verdere besmetting te voorkomen. Als
solidariteit domheid wordt, dan wordt ook het slachtoffer uiteindelijk
beschadigd.
Door altijd maar meer te moeten geven aan dergelijke hulpverslaafde
landen, voorspelde ik dat we zelf in moeilijkheden zouden komen. Daarom hebben
het wetsontwerp niet goedgekeurd, omdat het niet goed was, niet voor ons land,
niet voor Europa, niet voor de euro en zeker niet voor Griekenland.
We zijn nu anderhalf jaar later en het enige verschil met toen is dat
de schuld van Griekenland geen 273 miljard euro meer is, maar 350 miljard; ik
zat er niet ver naast.
In alle lidstaten van de eurozone
liggen gelijkaardige wetsontwerpen op tafel en moeten volksvertegenwoordigers
beslissen of ze het tijdelijk Europees Noodfonds al dan niet willen uitbreiden.
We moeten goed beseffen dat een stem voor dit wetsontwerp ook een stem is voor
de huidige aanpak van de eurocrisis. Ik zal tegen stemmen.
De laatste maanden werd steeds
duidelijker dat de aanpak van de eurocrisis geen vruchten heeft afgeworpen.
Albert Einstein definieerde krankzinnigheid ooit als hetzelfde blijven doen en
betere resultaten blijven verwachten. Het valt op dat de aanpak van de
eurocrisis op zijn minst consistent was. Europese leiders verklaarden telkens
plechtig dat ze alles zouden doen wat nodig was om de markten te kalmeren. In
ruil voor beloftes van toekomstige besparingen kregen begrotingszondaars een
zak geld. Het noodfonds is een soort bancontact voor lui die niet kredietwaardig
zijn. Onzekerheid verspreidde zich, via
de banken, over de perifere eurolanden, naar de kapitaalkrachtige eurolanden,
en weer helemaal terug.
Banken die in ons land geld geven
aan insolvabele personen of aan schuldherschikking doen voor zulke mensen of
bedrijven kunnen door de Bankcommissie worden gestraft. Als het om Europa gaat
zijn wij zelfs blind en mag alles. Keynes: Als je de bank een pond schuldig
bent heb je een probleem. Als je een miljoen pond schuldig bent heeft de bank
een probleem.
Een faillissement van een EU
lidstaat is geen klein bier en de gevolgen ervan zouden drastisch zijn. De
methode die de Europese leiders volgden was misschien wel het proberen waard,
maar is mislukt. Als we terugkijken op de voorbije 18 maanden, moeten we ons bewust
durven zijn van de pijnlijke realiteit waarin Europa zich vandaag bevindt.
Griekenland was de eerste EU
lidstaat die een beroep deed op noodleningen (zij het niet via het EFSF), en is
er niet in geslaagd om de economische groei te genereren die noodzakelijk is om
de overheidsschuld weg te werken. Het land is er zelfs niet in geslaagd om te
voldoen aan de leningsvoorwaarden die gesteld werden door de zgn. trojka van het IMF, de ECB en de Europese Commissie
(geen vooruitgang op twee derde van het overeengekomen to do lijstje). De weg uit
het dal is ver weg. Het Grieks parlement geeft nu openlijk toe dat de controle
over de dynamiek van de overheidsschuld volledig zoek is. Om een faillissement
af te wenden is een nieuw hulppakket noodzakelijk. Een mens vraagt zich dan af:
is Athene met onze voeten aan het spelen?
Ook in economisch gunstige tijden
zoals in het begin van deze eeuw bleef de Griekse staatschuld stijgen.
Elk land dat een overheidsschuld
torst van anderhalf keer het BBP zou moeilijkheden ondervinden om economische
groei te realiseren. Daar komt nog bij dat Griekenland opgezadeld zit met een
overgewaardeerde munt en een ondermaatse internationale concurrentiepositie. In
een dergelijke situatie is een devaluatie van de munt aangewezen, maar dat is
gezien de muntunie onmogelijk. Het logische alternatief, een interne devaluatie
met drastische loonmatiging en prijsdalingen, botst op begrijpelijke weerstand
van het Griekse electoraat. Besparingen lijken onmogelijk binnen het
tijdsbestek waarin ze noodzakelijk zijn. De meeste perifere eurolanden bevinden
zich in een gelijkaardige situatie, met schamele of negatieve economische
groei, stijgende werkloosheid en het vooruitzicht op nog meer besparingsrondes.
We zijn allemaal in hetzelfde
bedje ziek. Een schuldencrisis door
-
kolossen van publieke sectoren
-
verspilling van overheidsmiddelen
-
en een aantasting van de ondernemingsgeest.
De situatie in Portugal is niet
veel beter dan in Griekenland. Ierland lijkt aan de beterhand, al gaat het nog
steeds gebukt onder de gevolgen van zijn bankencrisis. Besmettingsgolven van de
eurocrisis bereikten intussen ook de kusten van Italië en Spanje.
De club mediterranée wordt steeds afhankelijker van het geldinfuus van
eurolanden die in het verleden wél een orthodoxe begrotingspolitiek volgden. De
geldstroom verloopt deels via het tijdelijke euro reddingsfonds (EFSF) en deels
via de ECB die junkbonds koopt van noodlijdende landen. De “meer van hetzelfde”
strategie die Europa volgt, leidt vanzelf tot een monetair piramidespel. Een Ponzischema zakt in de private sector in
elkaar zodra het vertrouwen weg is. In de publieke sector draait het om
belastinggeld en duurt het tot overheden weigeren te betalen. In de huidige
crisis draait het daarbij om de sterkste geldschieter: Duitsland.
Het eindspel komt steeds
duidelijker in zicht. Bundespresident
Christian Wulff vroeg zich verleden week met een uitzonderlijke publieke démarche terecht af wie de redders zal
redden. Jurgen Starck, de Duitse hoofdeconoom en feitelijke nummer twee van de
ECB, kondigde vrijdag onverwacht zijn vertrek aan omdat hij de hervatte aankoop
van obligaties door de ECB onaanvaardbaar vindt. Verleden week benadrukte het
Duitse Grondwettelijk Hof dat ook nog Duitsland enkel mag bijdragen aan het
tweede Griekse reddingsplan mits er parlementair toezicht komt op de Europese
plannen van de Duitse regering. De stemming over een eventuele
betalingsweigering volgt vermoedelijk op 29 September in de Bundestag. Wij kunnen vandaag alvast het
goede voorbeeld geven in dit halfrond.
De beslissingen van de Europese
top van 21 juli 2011 zorgden niet voor een fundamentele breuk met de mislukte
aanpak van het verleden. Ze gaan integendeel verder op de eerder begane paden.
Meer middelen vrijmaken voor het reddingsfonds is geen structurele oplossing:
hoe meer de deelnemende landen zich garant stellen, hoe meer hun
overheidsbudgetten onder druk komen te staan. Ook het EFSF kan in het vizier
komen van ratingbureaus zoals Standard & Poor's. Eurobonds zouden volgens
deze buro’s ook een CC – kwotering krijgen.
Een fiscale transferunie dan? Met
een geldstroom van Noord naar Zuid, zij het via een Europees ministerie van
financiën of via eurobonds, dan wordt Europa België in het groot. Dat de
onderhandelaars in ons land er al meer dan 450 dagen niet in slagen om een
regering te vormen, is een teken aan de wand dat de 'Verenigde Staten van
Europa' een luchtkasteel is.
Een muntunie werkt in de
Verenigde Staten omdat ze samenvalt met een natie, zegt Paul Krugman. Een natie
met een centrale overheid, een gedeelde cultuur en een gemeenschappelijke taal.
In België is dat al een ramp. Laat staan in Europa.
We moeten het huidige beleid in
vraag stellen. Kiezers in heel Europa verdienen een koerswijziging. Ik beweer
niet dat er een magische oplossing bestaat voor het probleem: het beëindigen
van de crisis zal ongetwijfeld pijnlijk zijn. De Griekse tragedie eindigt
altijd in tranen, of met traangas. Maar insolvente landen en instellingen
blijven opzadelen met schulden is niet duurzaam.
Een zwevende munt kan heilzaam
zijn voor een land. Wie zijn munt
opgeeft, geeft eigenlijk zijn economische flexibiliteit op. Met een eigen munt
kan het de rente en de geldhoeveelheid verlagen om recessies te voorkomen. De
munt kan dan ook devalueren, wat automatisch leidt tot loonkorting en
toenemende concurrentiekracht. Europa kan de looptijd van de uitstaande
obligaties verlengen en de rente verlagen met een éénmalige drastische
schuldherschikking.
Met het noodfonds dat nu voorligt, blijft het de
kreupele die de lamme overeind houdt.
Daar werk ik niet aan mee, ik stem daar tegen.
Collega’s, ik kom van de kust. Veel van het vissersvolk heeft een heel gezond oordeel en nogal wel gezond verstand. Wat wij hier vandaag doen, zou ik met een soort visserslatijn willen duiden, om af te ronden. Als men geld geeft aan dergelijke noodlijdende landen, dan kan me net zo goed zijn geld in Oostende in de Noordzee gooien, en wachten in Nieuwpoort tot het eruit komt.
Jean-Marie Dedecker
voorzitter LDD
Geen opmerkingen:
Een reactie posten