Archief

vrijdag 28 oktober 2011

Jean-Marie Dedecker dient persoonlijk klacht in tegen Gemeentelijke Holding



Jean-Marie Dedecker dient persoonlijk een klacht in met burgerlijke partijstelling tegen de Gemeentelijke Holding voor misbruik van vertrouwen, oplichting en valsheid in geschrifte. Wie een beleggingsproduct verkoopt met een beloofd superdividend van 13% gedurende 10 jaar en nadien failliet gaat zodat hun klanten al hun geld kwijt zijn, wordt steevast voor de rechter gedaagd.


Jean-Marie Dedecker: “De Gemeentelijke Holding en haar praeses Francis Vermeiren (Open VLD) hebben net hetzelfde gedaan en zouden naar eigen zeggen opnieuw hetzelfde doen. Die man is staatsgevaarlijk voor de schatkist. Het is niet omdat de holding wordt bestuurd door politici en door de traditionele partijen worden beschermd dat zij zich niet moeten verantwoorden voor eventuele criminele feiten. Het gerecht moet onafhankelijk recht spreken en de burgers beschermen tegen oplichters van elk allooi, zelfs al zijn het wolven in schapenvacht met een pseudo-democratische legitimiteit. “

 Oostende

De burgemeester van Oostende Jean Vandecasteele (sp.a) zat niet alleen in de raad van bestuur van de Gemeentelijke Holding, hij zat zelfs in het auditcomité dat de getrouwheid van de handelingen ervan moest controleren. In 2009 werkte hij ook mee aan het piramidespel van de holding waar zelfs Charles Ponzi en Bernard Madoff van zouden blozen.

Jean-Marie Dedecker: “Stad Oostende kocht in 2009 voor 3,7 miljoen euro aandelen, die maar één jaar dividend  hebben opgeleverd. In totaal verloor de Oostendse stadskas 12,4 miljoen euro aan dit wanbeleid. Iedere individuele Oostendenaar verliest 180,0 euro aan deze oplichting.”


Individuele klacht


Art 194 van het Vlaams gemeentedecreet voorziet in een procedure die een inwoner het recht geeft in naam van zijn stad of gemeente in rechte  op te treden als die dat verzuimt te doen, op voorwaarde dat hij daar zelf de : kosten voor draagt.


Jean-Marie Dedecker: “ De wet moet gelden voor iedereen, en het kan niet dat politici met ons zuur verdiende belastinggeld op de roulette gaan spelen in het Dexia- casino en daar geen verantwoording voor hoeven af te leggen. Het kan niet dat politici met onze  belastingen piramidespelen organiseren, en als het geld verdampt is  hun verantwoordelijkheid ontlopen. Kapitaalsverhogingen gefinancierd met leningen van Dexia en met als onderpand de eigen aandelen zijn dubieuze constructies van autofinainciering. Door het feit dat de overheid deze lening nog eens waarborgt verliest de belastingbetaler tweemaal en moet hij nog eens 835 miljoen euro ophoesten.


Er hebben 246 van de 308 Vlaamse gemeenten in 2009 aandelen bijgekocht bij de Gemeentelijke Holding, alles samen voor 91.311.186 euro. Als de gemeentebesturen niet naar de rechter stappen om ons geld te beschermen of terug te eisen, dan moeten wij dat zelf doen.

Jean-Marie Dedecker: “Ik roep alle inwoners van deze gemeenten op om mijn voorbeeld te volgen".

Wie wil aansluiten bij de Oostendse klacht of wie in zijn stad of gemeente zelf een klacht wenst in te dienen kan voor alle info terecht op het e-mailadres jm@jmdedecker.com .


Het leugenpaleis van Johan “Pinokkio” Vande Lanotte stort in.




 Johan Vande Lanotte begon zijn carrière te Oostende met het opdoeken van de RMT die een verlies van 1375 jobs met zich meebracht. Sindsdien en gedurende een 15 tal jaren belooft hij de Oostendenaars jobs die er nooit gekomen zijn. Telkens voor de gemeenteraadsverkiezingen komt Johan “Pinokkio” Vande Lanotte met beloftes voor grote tewerkstelling te Oostende, maar nooit komt er netto ook maar 1 job bij, wel integendeel.


De valse belofte carrousel
In maart 2000 amper 7 maanden voor de gemeenteraadsverkiezingen kondigt Johan “Pinnokio” Vande Lanotte samen met de socialistische vakbond ABVV in pers aan dat hij tegen 2003, 2500 jobs zal creëren. De sp.a won de verkiezingen maar de jobs kwamen er nooit.

In februari 2005 klonk Johan “Pinokkio” Vande Lanotte nog euforischer of loog hij nog harder (aan u de keuze van invulling) en kondigde hij 3000 jobs aan voor Oostende tegen eind 2011. We zijn inmiddels eind 2011. Waar zijn die jobs?

 Sterker nog in 2006 manipuleert hij met hulp van de VDAB de jeugdwerkloosheidscijfers. Triomfantelijk kondigde hij aan dat in Oostende  ‘s lands grootste daling van jeugdwerkloosheid (-25 jarigen) had plaatsgevonden. Dit was sience-fiction,bedrog  en manipulatie van de cijfers. Men had bewust de jongeren van de jobhuntingsessies uit de cijfers gehaald, onterecht want deze waren nog werkzoekende en later bleek dat amper een klein percentage daarvan uiteindelijk werk vond.


Maar opnieuw werkten de leugens en het bedrog en won de sp.a de gemeenteraadsverkiezingen van 2006.

Maar de jobs bleven uit en de werklozen bleven werkloos.

Het economisch huis
Het economisch huis vzw - de nieuwste marathonclub van Oostende - moet bedrijven aantrekken en voor tewerkstelling zorgen in Oostende. 

Het Economisch huis kreeg in 2010 samen met AGSO (Autonoom Gemeentebedrijf Stadsvernieuwing Oostende) 3,8 miljoen euro subsidie van Stad Oostende, maw van de belastingbetaler. Van jobs creëren is er in elk geval niets in huis gekomen.

Maar al is de leugen nog zo snel de waarheid achterhaalt hem wel.
De cijfers duiden aan dat Oostende onder socialistisch beleid geen centimeter vooruit ging, maar integendeel fors achteruit boerde. In 2000 had Oostende volgens een onderzoek van SIF( Sociaal ImpulsFonds) op Kortrijk na de grootste kansarmoede in West-Vlaanderen. In 2011 wijst de kansarmoedeatlas van de provincie uit dat Oostende de grootste kansarmoede kent van West-Vlaanderen. In 2011 wonen 25% van alle kansarmen van West-Vlaanderen in Oostende. 41 % van alle Oostendenaars of 28.284 inwoners leven onder de armoedegrens. Dit ondanks miljoenen euro’s van het stedenfonds en van het SIF ( Oostende werd erkend als SIF-plus gemeente en kreeg daardoor extra subsidies) Volgens de werkloosheidscijfers van de VDAB telde Oostende in 2000 3067 werklozen, in 2011 tikken we af op 3078 werklozen. De werkloosheidsdruk in Oostende (10,3%) is dan ook de hoogste van West-Vlaanderen (gemiddeld 5,8%).Waar zijn die duizenden beloofde jobs.

Daarenboven  is de stadsschuld te Oostende verviervoudigd. De schuld bedroeg in 1997 ( het jaar dat Jean Vandecasteele sp.a burgemeester werd) per Oostendenaar 870,51 euro, in 2011 is de schuld per Oostendenaar 3446,01 euro.

Geld verteren en door ramen en vensters gooien daarin zijn de socialisten onbetwist Olympisch kampioen. Maar de werkloosheid en kansarmoede oplossen daar falen ze grandioos in. Het lijkt hun zorg wel niet!


Oostende is een economisch kerkhof.
Economisch leven we op een kerkhof. De cijfers van “West-Vlaanderen ontcijferd” spreken boekdelen. Oostende wordt gekenmerkt door een lage ondernemersgraad, een lage werkzaamheidsgraad en hoge werkloosheidscijfers. Met 268 werknemers per 1000 inwoners, laat Oostende zich enkel nog voorbijsteken door Diksmuide (233) als slechtste leerling van de klas. Als centrumstad slaagt Oostende er overigens niet in om werknemers uit andere gemeenten aan te trekken. Integendeel. Oostende kent netto een uitgaande pendel van iets meer dan 10.000 loontrekkenden, waarmee in het arrondissement het verschil tussen in- en uitgaande pendel het grootst is. Bovendien scoort Oostende ook veel lager dan het West-Vlaams gemiddelde (90) met slechts 73 zelfstandigen per 1.000 inwoners. Het Oostendse beleid werkt  als een omgekeerde magneet op de lokale economie. Het stoot eigen initiatief, ondernemerschap, hoogopgeleiden en jonge gezinnen af. In de plaats daarvan is het een aantrekkingspool voor kwetsbare doelgroepen met in hun kielzog een steeds zwaarder wegende sociale problematiek.

 Op de luchthaven zijn de cijfers in dalende lijn. Alle economische activiteiten samen daalden met 60% in vergelijking met 2005. De vismijn is failliet met een verlies van om en bij de 30 miljoen euro. Het Kursaal is virtueel failliet en noteer een verlies van 14,6 miljoen euro. De bankrekeningen van AGSO (Autonoom Gemeentebedrijf Stadsvernieuwing Oostende) zijn al meer dan een jaar geblokkeerd en door insolvabiliteit dreigt ook daar het faillissement. Het winkelcentrum onder de basketbaltempel is failliet. Op de renbaan loopt al jaren geen paard meer en de Kinepolis sluit binnenkort 4 zalen omdat het complex niet rendeert.

De haven van Oostende is in vrije val. Het jaaroverzicht van de Vlaamse Havens opgemaakt door de Vlaamse Havencommissie en gepubliceerd door SERV spreekt boekdelen. Het aantal gepresteerde arbeidstaken daalde met 30,6 %. Terwijl er in 2004 nog 15.418 containers werden geladen en gelost is dat in 2009 nog 0,00000 containers, de roll-on-roll-off daalde tussen 2008 en 2009 met maar liefst 2.806.000 ton. Het aantal scheepsbewegingen in Oostende daalde van 6797 in 1980 tot 2952 in 2009. Dit is een historisch dieptepunt voor de haven van Oostende nog nooit waren er zo weinig scheepsbewegingen in Oostende.

 Het leugenpaleis stort in.
Het leugenpaleis van waaruit de Oostendse socialisten hun wanbeleid en hun pak-de-poen-show opvoeren stort ineen.

Het stort in door harde cijfers van instanties die in volle onafhankelijkheid de realiteit en de waarheid schetsen. De salonsocialisten lezen de cijfers, maar storen zich er niet aan. De leugens en valse beloftes zorgden in het verleden voor eclatante verkiezingsoverwinningen en de Oostendse bevolking zal zich nog wel eens 6 jaar laten vangen, hoor ik hen denken. Dit besluit ik uit de beloftes die Johan Vande Lanotte en Bart Bronders begin deze week maakten bij het lanceren van Oostende @ work. Voor de derde verkiezingen op rij beloven ze duizenden jobs aan de Oostendenaar. Jobs die er in het verleden niet kwamen.


Geachte collega inwoners van Oostende: “ stoot u niet voor de derde maal aan dezelfde steen en kies voor echte verandering en niet voor valse beloftes”


Jean Marie Dedecker


vrijdag 14 oktober 2011

Waalse hoogovens sluiten: Vloek of zegen?


De houding van de “Groenen” in het metalodossier is minstens hypocriet te noemen. Toen in 2006 de hoogoven nummer 6 in Seraing heropstartte riepen de ecolo’s moord en brand voor de vervuilende uitstoot van deze industriële archeologie. Maar het gerinkel aan de kassa is altijd groter dan het geruis van het geweten. De emissierechten voor de vervuilende co2-uitstoot werden naar Waalse gewoonte ten laste gelegd van de belastingbetaler. Elke nieuwe arbeidsplaats kostte 716.253 euro aan subsidies en Ecolo zweeg. De macht van de vakbonden en werk in de achtertuin zijn belangrijker dan ideologie.

Het stond in de sterren geschreven dat Acelormittal de ovens zou doven van zodra de subsidieruif opgesoupeerd was. De versnippering van de sites en de inlandse ligging ( gebrek aan zeehaven) maken de walserijen en gieterijen onrendabel.

De Waalse politici hadden nochtans beter kunnen weten. Het is niet de eerste hold-up op ons belastingsgeld, maar de P.S. ligt daar niet wakker van.

De patrimoniumopbouw van de Karolingse dollarmiljardair Albert Frère vertoont veel gelijkenissen met dit van Laksmi Mittal in het Luikse staalbekken. Alleen was die hold-up op de Belgische schatkist beschaafder en beter verpakt. Dankzij minister van economische zaken Willy Claes (SP), de Waalse socialist André Cools en de toenmalige premier Paul Vanden Boeynants nam de staat in 1970 de waardeloze staatsaandelen over van de holdings Frère-Bourgeois (Hainaut-Sambre) en Generale Maatschappij (Cockerill). De zaak was georchestreerd  door banken uit dezelfde holdings (BBL en Generale Bank) die zware kredieten hadden openstaan, dit alles in samenspraak met de FGTB, de vakbond van de Luikse metallo’s. Big Labour en Big Money. In plaats van failliet werd Albert op slag schatrijk. Frère Bourgeois Commerciale (FBC) kreeg van de Belgische belastingbetaler 735 miljoen Belgische frank voor de verkoop van 49% van zijn waardeloze aandelen, een monopolie van 30 jaar op de verkoop van Waals staal en werd blijvend gefinancierd met staatswaarborg. Il faut le faire. In 1983 volgde nog 925 miljoen Belgische frank voor de overige 51% van FBC. Albert Frère stak zijn centen in zijn holdings Pargesa en GBL en de rest is geschiedenis. Onze fenomenale staatsschuld is vooral ontstaan door de financiering van de staalsector in de jaren zeventig, om het Franstalig establishment te redden en de vakbonden te kalmeren.
Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen. De Parti Socialiste heeft er haar handelsmerk van gemaakt.
Veertig jaar palliatieve zorgen veranderen niets aan de kroniek van een aangekondigde dood.

Jean-marie Dedecker

woensdag 12 oktober 2011

Het vlinderakkoord zet Vlaanderen schaakmat.

Het hoeft niet te verwonderen dat voorzitster Milquet van de CDH ons Brussels ketje Toots Thielemans midden de nacht naar de Wetstraat wilde tronen om met de Brabançonne het vlinderakkoord te bezegelen. Niet alleen hadden de onderhandelaars de ban gebroken die België al 4 jaar onbestuurbaar maakt, bovendien hadden de Verenigde Franstalige Partijen de slag om Brussel glorierijk gewonnen, hadden ze onder de mom van de interpersoonlijke solidariteit alle miljardentransfers van noord naar zuid bestendigd en bovendien konden ze nog de indruk geven dat ze onnoemlijk veel toegevingen hadden gedaan.

De lectuur van het vlinderakkoord maakt duidelijk dat de zesde staatshervorming voor Vlaanderen nauwelijks meer macht oplevert, dat Vlaanderen Brussel niet meer hoeft los te laten, dat wordt in dit akkoord al een feit, en dat Vlamingen voor hun vermetelheid om het Belgisch establishment zo lang te tarten nog decennia lang zwaar zullen dokken.

De politieke vernieuwing waar de meerderheid van de Vlaamse kiezers naar verlangde komt er dus niet. De Vlamingen die hoopten om echt bevoegd te worden voor hun economie, voor de arbeidsverhoudingen, hun pensioenen, hun ziekenhuizen, de gezondheidszorg, het gerecht, het strafbeleid of een deel van de belastingen, komen bedrogen uit. Het maximum dat ze uit dit akkoord halen is dat een deel van de federale ambtenaren die op die vlakken actief zijn naar de Vlaamse overheid verhuizen. Maar die ambtenaren blijven met handen en voeten gebonden aan federale regels, die mee door PS en CDH worden opgesteld, en vooral financieel blijven ze afhangen van federale fondsen, waarbij Brussel en Wallonië vooraf aan de kassa mogen passeren. Dat de Senaat wat wordt afgeslankt, en dus nog altijd niet wordt afgeschaft, is in dat licht een magere troost.

Voor de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde wordt een zeer zware prijs betaald. Vooreerst krijgen de 6 randgemeenten met faciliteiten in feite een 2talig statuut,  waarbij de rechten van de Franstaligen in de Grondwet worden verankerd. De hervorming, let wel, niet de splitsing, maar de ‘hervorming’ van het gerechtelijk arrondissement Brussel, dat zelfs de naam van  Brussel Halle Vilvoorde niet waardig wordt bevonden, is op dezelfde leest geschoeid. De taalvoorrechten van Franstaligen in alle gemeenten van Halle-Vilvoorde, van Asse tot Kortenberg, worden nu expliciet in de wet geschreven, de procedures voor de verfransing worden vereenvoudigd, en de middelen van de Vlaamse magistratuur worden herleid tot een beschamende 20 procent, zonder dat er zelfs navraag is gedaan naar de reële werklast. Erger nog, de tweetaligheidsvereiste van Brusselse magistraten wordt ingeperkt. Zo wordt de natte droom van Maingain en consoorten werkelijkheid. Brussel is geen tweetalige hoofdstad meer, zoals de Grondwet het bepaalt, maar wordt een Franstalige stad, waar Vlamingen nog de faciliteiten hebben die de Franstaligen in het Vlaamse hinterland zullen krijgen. In feite worden de tweetaligheid van  Hoofdstedelijk Brussels Gewest verder uitgehold, en strekt het Franstalige wervingsgebied zich verder uit tot Halle-Vilvoorde, en straks tot in Leuven, want de nieuwe ‘Hoofdstedelijke Gemeenschap’ (sic) die de oude provincie Brabant omvat, is het nieuwe paard van Troje waarmee de Franstaligen na een halve eeuw eindelijk wraak kunnen nemen voor hun frustraties van ‘Leuven Vlaams’.

De Vlaamse Brusselaars worden kompleet losgelaten omdat alle bevoegdheden die de Vlaamse Gemeenschap nog als ‘stille steun’ in de hoofdstad had , en dat waren er vele, van onder de Vlaamse paraplu worden uitgehaald. Alles gaat naar de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GCC) een weliswaar paritair maar zuiver Brussels orgaan, waarin de Vlaamse Gemeenschapscommissie straks moet optornen tegen een Franstalige Cocof, die ieder jaar zal uitpakken met honderden miljoenen euro extra uit de federale kas, dus weer van de dwaze Vlamingen. De Vlaamse regering kan  zijn minister voor Brusselse zaken naar huis sturen. De Vlaamse Brusselse politici kunnen zich daar wellicht in vinden, maar hoe de Vlaamse scholen, bejaarden, zieken en jonge ouders in Brussel zich daar bij voelen moet nog blijken.  Wie vertrouwd is met Brussel weet dat de pletrol van de verfransing niet word gestopt, tenzij met aparte structuren waar Franstaligen NIETS aan te zeggen hebben.   Maar het Brussels gewest is al de scholen aan het inpalmen, en krijgt er nu de sportinfrastructuur en het toerisme bij, tot het dierenwelzijn toe.

En dan is er de financieringswet, die de magische responsabilisering invoert. De omgekeerde responsabilisering die in de huidige financieringswet steekt, en slechte resultaten feitelijk beloont, wordt omgebogen. Oef, maar het valt wel op dat er twee extra mechanismen tot responsabilisering worden ingevoerd, naast de objectieve fiscale verdeling en verdeling volgens bevolkingsbehoeften. Het gaat om responsabilisering inzake pensioenen , en inzake klimaat. Geen toeval dat deze twee extra normen vooral Vlaanderen duperen, met zijn oudere bevolking en meer industrie. Oorspronkelijk was er sprake van een extra responsabilisering rond werkzaamheidsgraad, en kosten in de gezondheidszorg, maar die kwamen de dames Onkelinx en Milquet minder goed uit, en prompt geschrapt.

Maar het voornaamste bezwaar tegen de financieringswet blijft dat de hele fiscale administratie, met zijn opgelegde progressiviteit, zijn grondslag, zijn tarieven en zijn inning in federale handen blijft. Vlaanderen zal zoals de gemeenten wat kunnen spelen met  opcentiemen. Maar  fundamentele fiscale hervormingen zoals een meer vlakkere taks, een lagere vennootschapsbelasting of een verschuiven van belastingen op  arbeid naar andere inkomensstromen blijven noodzakelijk afhangen van het fiat van Franstalig België, wat wil zeggen dat ze ondenkbaar blijven. Het links-conservatieve België haalt bijgevolg zijn slag helemaal thuis. De frisse wind die de federale verkiezingen van 2007 en 2010 in Vlaanderen had doen opfleuren is in de unitaire airconditioning van het vlinderakkoord volledig opgezogen. Hoe lang zal dit land nog moeten wachten op hervormingen die er echt toe doen, en die ons wapenen tegen de aanhoudende crises in Europa en de wereld. Voor die hervormingen valt dit weliswaar zeer sluwe vlinderakkoord veel te licht uit.

Piet Deslé,

dinsdag 11 oktober 2011

Ontslagvergoedingen plafoneren op één jaar loon.



Het gezaghebbend kantoor Claeys en Engels stelt voor de ontslagvergoeding van werknemers te plafoneren op één jaar loon maar vrij van belastingen en sociale bijdragen.

In 2006 schreef Jean Marie Dedecker in zijn boek “Rechts voor de raap”:

“Een eenheidsstatuut creëren is een prachtige uitdaging voorde sociale partners om arbeid een nieuw elan te geven. In plaats van vast te klitten aan oude concepten zou men bijvoorbeeld een ontslagvergoeding als een morele schadevergoeding kunnen beschouwen voor het verlies van de dienstbetrekking. Op deze vergoeding dient dan geen sociale zekerheid, noch inkomstenbelasting te worden betaald. Door er nettovergoedingen van te maken, wordt de kost voor de werkgever verlaagd en de opbrengst voor de werknemer verhoogd. Zo kan men ook de ontslagtermijnen voor arbeiders op een valabele termijn en niveau brengen en winnen alle partijen. Het is toch immoreel dat de overheid nog poen moet pakken op de ellende van een ontslag! Met een concept uit de twintigste eeuw win je niet in de21ste. Je kunt niet concurreren in een internationale context als je gebonden bent door een puristische dorpsethiek.”
Is dit ideologish plagiaat of vergat men te vermelden van wie het idee oorspronkelijk kwam!

maandag 3 oktober 2011

Een vetbelasting in Denemarken.




De overheid treedt steeds driester en repressiever op bij ons “gezondheidsgedrag”. Haar alibi is dat in onze verzorgingsstaat de gezonde mensen verplicht mee te betalen voor ongezonde mensen. Dat is het solidariteitsprincipe. Ongezonde mensen jagen de gezonde op de kosten, dus wordt het zogenaamd een plicht om gezond te leven. Dit is even absurd als beweren dat iedereen de plicht heeft om rijk te worden, want rijken betalen mee voor de armen. Zwaarlijvigheid en roken worden nu beschouwd als een beschavingsdeficit. Wie er tegen zondigt wordt opgezadeld met een schuldgevoel en terechtgewezen door drukkingsgroepen die zich gedragen als rookmelders en calorieflikken: van Snickers krijg je last aan je tikker, van Mars krijg je Sars . In de staat Missippi (VS) werd in 2008 door de republikein John Read  een wetsvoorstel ingediend om een restaurantverbod in te voeren  voor mensen met obesitas. Gelukkig haalden de gezondheidsfascisten hier hun slag niet thuis. Anders was ook dit een nieuwe trend geweest die net als het  rookverbod  vanuit de VS als modeverschijnsel van politieke correctheid naar Europa overwaait. De Amerikaanse staat New York werkt aan een wet die restaurants verbiedt om nog zout bij de bereiding van hun maaltijden te gebruiken. Het wetsvoorstel van de democraat Filix Ortiz houdt in dat klanten zelf zout moeten kunnen toevoegen aan de maaltijden die ze bestellen, zonder dat de chef op voorhand al heeft beslist om bij de bereiding een dosis zout te gebruiken. Inpekelen, die Felix!. Van verkleutering naar kneuterigheid.


Willen de gezondheidsfanatici dat iedereen gezond wordt of leiden ze zelf aan een ziekelijke onverdraagzaamheid voor ieder die er andere gewoonten op nahoudt dan zijzelf? Een subtiele vorm van gezondheidsbetutteling. De medicalisering van normen en waarden. De medische bezorgdheid is verworden tot een moreel oordeel over de zondige levenswijze van de burger met alle gevolgen van dien.


Nu de accijnzen op tabak in vrije val dreigen te gaan, wordt de vetbelasting ingevoerd. Obesitas, de nieuwe vetpot voor de fiscus.

Jean Marie Dedecker

Negen verdwaalde kindjes, maar geen redders.



Volgens mijn verouderde, bescheiden mening moeten ouders voor hun kinderen zorgen en redders voor de baders.
 Moeten strandredders nu ook een diploma kinderverzorging voorleggen en een cursus pamperen volgen?

Alle kwallen zwemmen blijkbaar toch niet in zee.
Jean Marie Dedecker.