|
Jean-Marie Dedecker dient persoonlijk een klacht in
met burgerlijke partijstelling tegen de Gemeentelijke Holding voor misbruik van
vertrouwen, oplichting en valsheid in geschrifte. Wie een beleggingsproduct
verkoopt met een beloofd superdividend van 13% gedurende 10 jaar en nadien
failliet gaat zodat hun klanten al hun geld kwijt zijn, wordt steevast voor de
rechter gedaagd.
Jean-Marie Dedecker: “De Gemeentelijke Holding en haar
praeses Francis Vermeiren (Open VLD) hebben net hetzelfde gedaan en zouden naar
eigen zeggen opnieuw hetzelfde doen. Die man is staatsgevaarlijk voor de
schatkist. Het is niet omdat de holding wordt bestuurd door politici en door de
traditionele partijen worden beschermd dat zij zich niet moeten verantwoorden
voor eventuele criminele feiten. Het gerecht moet onafhankelijk recht spreken
en de burgers beschermen tegen oplichters van elk allooi, zelfs al zijn het
wolven in schapenvacht met een pseudo-democratische legitimiteit. “
Oostende
De
burgemeester van Oostende Jean Vandecasteele (sp.a) zat niet alleen in de raad
van bestuur van de Gemeentelijke Holding, hij zat zelfs in het auditcomité dat
de getrouwheid van de handelingen ervan moest controleren. In 2009 werkte hij
ook mee aan het piramidespel van de holding waar zelfs Charles Ponzi en Bernard Madoff van zouden blozen.
Jean-Marie
Dedecker: “Stad Oostende kocht in 2009 voor 3,7 miljoen euro aandelen, die maar
één jaar dividend hebben opgeleverd. In totaal verloor de Oostendse
stadskas 12,4 miljoen euro aan dit wanbeleid. Iedere individuele Oostendenaar
verliest 180,0 euro aan deze oplichting.”
Individuele
klacht
Art 194 van
het Vlaams gemeentedecreet voorziet in een procedure die een inwoner het recht
geeft in naam van zijn stad of gemeente in rechte op te treden als die
dat verzuimt te doen, op voorwaarde dat hij daar zelf de : kosten voor draagt.
Jean-Marie
Dedecker: “ De wet moet gelden voor iedereen, en het kan niet dat politici met
ons zuur verdiende belastinggeld op de roulette gaan spelen in het Dexia-
casino en daar geen verantwoording voor hoeven af te leggen. Het kan niet dat
politici met onze belastingen piramidespelen organiseren, en als het geld
verdampt is hun verantwoordelijkheid ontlopen. Kapitaalsverhogingen
gefinancierd met leningen van Dexia en met als onderpand de eigen aandelen zijn
dubieuze constructies van autofinainciering. Door het feit dat de overheid deze
lening nog eens waarborgt verliest de belastingbetaler tweemaal en moet hij nog
eens 835 miljoen euro ophoesten.
Er hebben 246 van de 308 Vlaamse gemeenten in 2009
aandelen bijgekocht bij de Gemeentelijke Holding, alles samen voor 91.311.186
euro. Als de gemeentebesturen niet naar de rechter stappen om ons geld te
beschermen of terug te eisen, dan moeten wij dat zelf doen.
Jean-Marie Dedecker: “Ik roep alle inwoners van deze
gemeenten op om mijn voorbeeld te volgen".
Wie wil aansluiten bij de Oostendse klacht of wie in zijn
stad of gemeente zelf een klacht wenst in te dienen kan voor alle info terecht
op het e-mailadres jm@jmdedecker.com .
Johan
Vande Lanotte begon zijn carrière te Oostende met het opdoeken van de RMT die
een verlies van 1375 jobs met zich meebracht. Sindsdien en gedurende een 15 tal
jaren belooft hij de Oostendenaars jobs die er nooit gekomen zijn. Telkens voor
de gemeenteraadsverkiezingen komt Johan “Pinokkio” Vande Lanotte met beloftes
voor grote tewerkstelling te Oostende, maar nooit komt er netto ook maar 1 job
bij, wel integendeel.
De valse belofte carrousel
In
maart 2000 amper 7 maanden voor de gemeenteraadsverkiezingen kondigt Johan
“Pinnokio” Vande Lanotte samen met de socialistische vakbond ABVV in pers aan dat
hij tegen 2003, 2500 jobs zal creëren. De sp.a won de verkiezingen maar de jobs
kwamen er nooit.
In
februari 2005 klonk Johan “Pinokkio” Vande Lanotte nog euforischer of loog hij
nog harder (aan u de keuze van invulling) en kondigde hij 3000 jobs aan voor
Oostende tegen eind 2011. We zijn inmiddels eind 2011. Waar zijn die jobs?
Sterker nog in 2006 manipuleert hij met hulp
van de VDAB de jeugdwerkloosheidscijfers. Triomfantelijk kondigde hij aan dat
in Oostende ‘s lands grootste daling van
jeugdwerkloosheid (-25 jarigen) had plaatsgevonden. Dit was sience-fiction,bedrog
en manipulatie van de cijfers. Men had bewust
de jongeren van de jobhuntingsessies uit de cijfers gehaald, onterecht want
deze waren nog werkzoekende en later bleek dat amper een klein percentage
daarvan uiteindelijk werk vond.
Maar
opnieuw werkten de leugens en het bedrog en won de sp.a de
gemeenteraadsverkiezingen van 2006.
Maar
de jobs bleven uit en de werklozen bleven werkloos.
Het economisch huis
Het
economisch huis vzw - de nieuwste marathonclub van Oostende - moet bedrijven
aantrekken en voor tewerkstelling zorgen in Oostende.
Het
Economisch huis kreeg in 2010 samen met AGSO (Autonoom Gemeentebedrijf
Stadsvernieuwing Oostende) 3,8 miljoen euro subsidie van Stad Oostende, maw van
de belastingbetaler. Van jobs creëren is er in elk geval niets in huis gekomen.
Maar al is de leugen nog zo
snel de waarheid achterhaalt hem wel.
De
cijfers duiden aan dat Oostende onder socialistisch beleid geen centimeter
vooruit ging, maar integendeel fors achteruit boerde. In 2000 had Oostende
volgens een onderzoek van SIF( Sociaal ImpulsFonds) op Kortrijk na de grootste
kansarmoede in West-Vlaanderen. In 2011 wijst de kansarmoedeatlas van de
provincie uit dat Oostende de grootste kansarmoede kent van West-Vlaanderen. In
2011 wonen 25% van alle kansarmen van West-Vlaanderen in Oostende. 41 % van
alle Oostendenaars of 28.284 inwoners leven onder de armoedegrens. Dit ondanks
miljoenen euro’s van het stedenfonds en van het SIF ( Oostende werd erkend als
SIF-plus gemeente en kreeg daardoor extra subsidies) Volgens de werkloosheidscijfers van de VDAB telde Oostende in
2000 3067 werklozen, in 2011 tikken we af op 3078 werklozen. De werkloosheidsdruk in
Oostende (10,3%) is dan ook de hoogste van West-Vlaanderen (gemiddeld 5,8%).Waar zijn die duizenden
beloofde jobs.
Daarenboven
is de stadsschuld te Oostende
verviervoudigd. De schuld bedroeg in
1997 ( het jaar dat Jean Vandecasteele sp.a burgemeester werd) per Oostendenaar
870,51 euro, in 2011 is de schuld per Oostendenaar 3446,01 euro.
Geld
verteren en door ramen en vensters gooien daarin zijn de socialisten onbetwist Olympisch
kampioen. Maar de werkloosheid en kansarmoede oplossen daar falen ze grandioos
in. Het lijkt hun zorg wel niet!
Oostende is een economisch kerkhof.
Economisch
leven we op een kerkhof. De cijfers van “West-Vlaanderen ontcijferd” spreken
boekdelen. Oostende
wordt gekenmerkt door een lage ondernemersgraad, een lage werkzaamheidsgraad en
hoge werkloosheidscijfers. Met 268 werknemers per 1000 inwoners, laat Oostende
zich enkel nog voorbijsteken door Diksmuide (233) als slechtste leerling van de
klas. Als centrumstad slaagt Oostende er overigens niet in om werknemers uit
andere gemeenten aan te trekken. Integendeel. Oostende kent netto een uitgaande
pendel van iets meer dan 10.000 loontrekkenden, waarmee in het arrondissement
het verschil tussen in- en uitgaande pendel het grootst is. Bovendien scoort
Oostende ook veel lager dan het West-Vlaams gemiddelde (90) met slechts 73
zelfstandigen per 1.000 inwoners. Het
Oostendse beleid werkt als een
omgekeerde magneet op de lokale economie. Het stoot eigen initiatief,
ondernemerschap, hoogopgeleiden en jonge gezinnen af. In de plaats daarvan is
het een aantrekkingspool voor kwetsbare doelgroepen met in hun kielzog een
steeds zwaarder wegende sociale problematiek.
Op
de luchthaven zijn de cijfers in dalende lijn. Alle economische activiteiten samen
daalden met 60% in vergelijking met 2005. De vismijn is failliet met een
verlies van om en bij de 30 miljoen euro. Het Kursaal is virtueel failliet en
noteer een verlies van 14,6 miljoen euro. De bankrekeningen van AGSO (Autonoom
Gemeentebedrijf Stadsvernieuwing Oostende) zijn al meer dan een jaar
geblokkeerd en door insolvabiliteit dreigt ook daar het faillissement. Het
winkelcentrum onder de basketbaltempel is failliet. Op de renbaan loopt al jaren
geen paard meer en de Kinepolis sluit binnenkort 4 zalen omdat het complex niet
rendeert.
De
haven van Oostende is in vrije val. Het jaaroverzicht van
de Vlaamse Havens opgemaakt door de Vlaamse Havencommissie en gepubliceerd door
SERV spreekt boekdelen. Het aantal
gepresteerde arbeidstaken daalde met 30,6 %. Terwijl er in
2004 nog 15.418 containers werden geladen en gelost is dat in 2009 nog 0,00000
containers, de roll-on-roll-off daalde tussen 2008 en 2009 met maar liefst
2.806.000 ton. Het aantal scheepsbewegingen in Oostende daalde van 6797 in 1980
tot 2952 in 2009. Dit is een historisch dieptepunt voor de haven van Oostende
nog nooit waren er zo weinig scheepsbewegingen in Oostende.
Het leugenpaleis stort in.
Het
leugenpaleis van waaruit de Oostendse socialisten hun wanbeleid en hun
pak-de-poen-show opvoeren stort ineen.
Het
stort in door harde cijfers van instanties die in volle onafhankelijkheid de
realiteit en de waarheid schetsen. De salonsocialisten lezen de cijfers, maar
storen zich er niet aan. De leugens en valse beloftes zorgden in het verleden
voor eclatante verkiezingsoverwinningen en de Oostendse bevolking zal zich nog
wel eens 6 jaar laten vangen, hoor ik hen denken. Dit besluit ik uit de
beloftes die Johan Vande Lanotte en Bart Bronders begin deze week maakten bij
het lanceren van Oostende @ work. Voor de derde verkiezingen op rij beloven ze
duizenden jobs aan de Oostendenaar. Jobs die er in het verleden niet kwamen.
Geachte
collega inwoners van Oostende: “ stoot u niet voor de derde maal aan dezelfde
steen en kies voor echte verandering en niet voor valse beloftes”
Jean
Marie Dedecker
De houding
van de “Groenen” in het metalodossier is minstens hypocriet te noemen. Toen in
2006 de hoogoven nummer 6 in Seraing heropstartte riepen de ecolo’s moord en
brand voor de vervuilende uitstoot van deze industriële archeologie. Maar het
gerinkel aan de kassa is altijd groter dan het geruis van het geweten. De emissierechten
voor de vervuilende co2-uitstoot werden naar Waalse gewoonte ten laste gelegd
van de belastingbetaler. Elke nieuwe arbeidsplaats kostte 716.253 euro aan
subsidies en Ecolo zweeg. De macht van de vakbonden en werk in de achtertuin
zijn belangrijker dan ideologie.
Het stond in
de sterren geschreven dat Acelormittal de ovens zou doven van zodra de subsidieruif
opgesoupeerd was. De versnippering van de sites en de inlandse ligging ( gebrek
aan zeehaven) maken de walserijen en gieterijen onrendabel.
De Waalse
politici hadden nochtans beter kunnen weten. Het is niet de eerste hold-up op
ons belastingsgeld, maar de P.S. ligt daar niet wakker van.
De patrimoniumopbouw
van de Karolingse dollarmiljardair Albert Frère vertoont veel gelijkenissen met
dit van Laksmi Mittal in het Luikse staalbekken. Alleen was die hold-up op de
Belgische schatkist beschaafder en beter verpakt. Dankzij minister van
economische zaken Willy Claes (SP), de Waalse socialist André Cools en de
toenmalige premier Paul Vanden Boeynants nam de staat in 1970 de waardeloze
staatsaandelen over van de holdings Frère-Bourgeois (Hainaut-Sambre) en
Generale Maatschappij (Cockerill). De zaak was georchestreerd door banken uit dezelfde holdings (BBL en
Generale Bank) die zware kredieten hadden openstaan, dit alles in samenspraak
met de FGTB, de vakbond van de Luikse metallo’s. Big Labour en Big Money. In
plaats van failliet werd Albert op slag schatrijk. Frère Bourgeois Commerciale
(FBC) kreeg van de Belgische belastingbetaler 735 miljoen Belgische frank voor
de verkoop van 49% van zijn waardeloze aandelen, een monopolie van 30 jaar op
de verkoop van Waals staal en werd blijvend gefinancierd met staatswaarborg. Il
faut le faire. In 1983 volgde nog 925 miljoen Belgische frank voor de overige
51% van FBC. Albert Frère stak zijn centen in zijn holdings Pargesa en GBL en
de rest is geschiedenis. Onze fenomenale staatsschuld is vooral ontstaan door
de financiering van de staalsector in de jaren zeventig, om het Franstalig
establishment te redden en de vakbonden te kalmeren.
Een ezel
stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen. De Parti Socialiste heeft er haar
handelsmerk van gemaakt.
Veertig jaar
palliatieve zorgen veranderen niets aan de kroniek van een aangekondigde dood.
Jean-marie Dedecker
Het hoeft niet te verwonderen dat voorzitster Milquet van de
CDH ons Brussels ketje Toots Thielemans midden de nacht naar de Wetstraat wilde
tronen om met de Brabançonne het vlinderakkoord te bezegelen. Niet alleen
hadden de onderhandelaars de ban gebroken die België al 4 jaar onbestuurbaar
maakt, bovendien hadden de Verenigde Franstalige Partijen de slag om Brussel
glorierijk gewonnen, hadden ze onder de mom van de interpersoonlijke
solidariteit alle miljardentransfers van noord naar zuid bestendigd en
bovendien konden ze nog de indruk geven dat ze onnoemlijk veel toegevingen hadden
gedaan.
De lectuur van het vlinderakkoord maakt duidelijk dat de
zesde staatshervorming voor Vlaanderen nauwelijks meer macht oplevert, dat
Vlaanderen Brussel niet meer hoeft los te laten, dat wordt in dit akkoord al
een feit, en dat Vlamingen voor hun vermetelheid om het Belgisch establishment
zo lang te tarten nog decennia lang zwaar zullen dokken.
De politieke vernieuwing waar de meerderheid van de Vlaamse
kiezers naar verlangde komt er dus niet. De Vlamingen die hoopten om echt
bevoegd te worden voor hun economie, voor de arbeidsverhoudingen, hun
pensioenen, hun ziekenhuizen, de gezondheidszorg, het gerecht, het strafbeleid of
een deel van de belastingen, komen bedrogen uit. Het maximum dat ze uit dit
akkoord halen is dat een deel van de federale ambtenaren die op die vlakken
actief zijn naar de Vlaamse overheid verhuizen. Maar die ambtenaren blijven met
handen en voeten gebonden aan federale regels, die mee door PS en CDH worden
opgesteld, en vooral financieel blijven ze afhangen van federale fondsen,
waarbij Brussel en Wallonië vooraf aan de kassa mogen passeren. Dat de Senaat
wat wordt afgeslankt, en dus nog altijd niet wordt afgeschaft, is in dat licht een
magere troost.
Voor de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde
wordt een zeer zware prijs betaald. Vooreerst krijgen de 6 randgemeenten met
faciliteiten in feite een 2talig statuut,
waarbij de rechten van de Franstaligen in de Grondwet worden verankerd.
De hervorming, let wel, niet de splitsing, maar de ‘hervorming’ van het gerechtelijk
arrondissement Brussel, dat zelfs de naam van Brussel Halle Vilvoorde niet waardig wordt
bevonden, is op dezelfde leest geschoeid. De taalvoorrechten van Franstaligen
in alle gemeenten van Halle-Vilvoorde, van Asse tot Kortenberg, worden nu
expliciet in de wet geschreven, de procedures voor de verfransing worden
vereenvoudigd, en de middelen van de Vlaamse magistratuur worden herleid tot
een beschamende 20 procent, zonder dat er zelfs navraag is gedaan naar de reële
werklast. Erger nog, de tweetaligheidsvereiste van Brusselse magistraten wordt
ingeperkt. Zo wordt de natte droom van Maingain en consoorten werkelijkheid.
Brussel is geen tweetalige hoofdstad meer, zoals de Grondwet het bepaalt, maar wordt
een Franstalige stad, waar Vlamingen nog de faciliteiten hebben die de
Franstaligen in het Vlaamse hinterland zullen krijgen. In feite worden de tweetaligheid
van Hoofdstedelijk Brussels Gewest verder
uitgehold, en strekt het Franstalige wervingsgebied zich verder uit tot
Halle-Vilvoorde, en straks tot in Leuven, want de nieuwe ‘Hoofdstedelijke
Gemeenschap’ (sic) die de oude provincie Brabant omvat, is het nieuwe paard van
Troje waarmee de Franstaligen na een halve eeuw eindelijk wraak kunnen nemen
voor hun frustraties van ‘Leuven Vlaams’.
De Vlaamse Brusselaars worden kompleet losgelaten omdat alle
bevoegdheden die de Vlaamse Gemeenschap nog als ‘stille steun’ in de hoofdstad
had , en dat waren er vele, van onder de Vlaamse paraplu worden uitgehaald.
Alles gaat naar de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GCC) een weliswaar
paritair maar zuiver Brussels orgaan, waarin de Vlaamse Gemeenschapscommissie straks
moet optornen tegen een Franstalige Cocof, die ieder jaar zal uitpakken met
honderden miljoenen euro extra uit de federale kas, dus weer van de dwaze
Vlamingen. De Vlaamse regering kan zijn
minister voor Brusselse zaken naar huis sturen. De Vlaamse Brusselse politici kunnen
zich daar wellicht in vinden, maar hoe de Vlaamse scholen, bejaarden, zieken en
jonge ouders in Brussel zich daar bij voelen moet nog blijken. Wie vertrouwd is met Brussel weet dat de
pletrol van de verfransing niet word gestopt, tenzij met aparte structuren waar
Franstaligen NIETS aan te zeggen hebben.
Maar het Brussels gewest is al de scholen aan het inpalmen, en krijgt er
nu de sportinfrastructuur en het toerisme bij, tot het dierenwelzijn toe.
En dan is er de financieringswet, die de magische responsabilisering
invoert. De omgekeerde responsabilisering die in de huidige financieringswet
steekt, en slechte resultaten feitelijk beloont, wordt omgebogen. Oef, maar het
valt wel op dat er twee extra mechanismen tot responsabilisering worden
ingevoerd, naast de objectieve fiscale verdeling en verdeling volgens
bevolkingsbehoeften. Het gaat om responsabilisering inzake pensioenen , en
inzake klimaat. Geen toeval dat deze twee extra normen vooral Vlaanderen
duperen, met zijn oudere bevolking en meer industrie. Oorspronkelijk was er
sprake van een extra responsabilisering rond werkzaamheidsgraad, en kosten in de
gezondheidszorg, maar die kwamen de dames Onkelinx en Milquet minder goed uit,
en prompt geschrapt.
Maar het voornaamste bezwaar tegen de financieringswet blijft
dat de hele fiscale administratie, met zijn opgelegde progressiviteit, zijn
grondslag, zijn tarieven en zijn inning in federale handen blijft. Vlaanderen
zal zoals de gemeenten wat kunnen spelen met
opcentiemen. Maar fundamentele
fiscale hervormingen zoals een meer vlakkere taks, een lagere
vennootschapsbelasting of een verschuiven van belastingen op arbeid naar andere inkomensstromen blijven
noodzakelijk afhangen van het fiat van Franstalig België, wat wil zeggen dat ze
ondenkbaar blijven. Het links-conservatieve België haalt bijgevolg zijn slag
helemaal thuis. De frisse wind die de federale verkiezingen van 2007 en 2010 in
Vlaanderen had doen opfleuren is in de unitaire airconditioning van het
vlinderakkoord volledig opgezogen. Hoe lang zal dit land nog moeten wachten op
hervormingen die er echt toe doen, en die ons wapenen tegen de aanhoudende
crises in Europa en de wereld. Voor die hervormingen valt dit weliswaar zeer
sluwe vlinderakkoord veel te licht uit.
Piet Deslé,
Het gezaghebbend kantoor Claeys en Engels stelt voor de
ontslagvergoeding van werknemers te plafoneren op één jaar loon maar vrij van
belastingen en sociale bijdragen.
In 2006 schreef Jean Marie Dedecker in zijn boek “Rechts
voor de raap”:
“Een eenheidsstatuut
creëren is een prachtige uitdaging voorde sociale partners om arbeid een nieuw
elan te geven. In plaats van vast te klitten aan oude concepten zou men bijvoorbeeld
een ontslagvergoeding als een morele schadevergoeding kunnen beschouwen voor
het verlies van de dienstbetrekking. Op deze vergoeding dient dan geen sociale
zekerheid, noch inkomstenbelasting te worden betaald. Door er nettovergoedingen
van te maken, wordt de kost voor de werkgever verlaagd en de opbrengst voor de
werknemer verhoogd. Zo kan men ook de ontslagtermijnen voor arbeiders op een
valabele termijn en niveau brengen en winnen alle partijen. Het is toch
immoreel dat de overheid nog poen moet pakken op de ellende van een ontslag!
Met een concept uit de twintigste eeuw win je niet in de21ste. Je kunt niet
concurreren in een internationale context als je gebonden bent door een
puristische dorpsethiek.”
Is dit ideologish plagiaat of vergat men te vermelden van wie het idee oorspronkelijk kwam!
De
overheid treedt steeds driester en repressiever op bij ons “gezondheidsgedrag”.
Haar alibi is dat in onze verzorgingsstaat de gezonde mensen verplicht mee te betalen
voor ongezonde mensen. Dat is het solidariteitsprincipe. Ongezonde mensen jagen
de gezonde op de kosten, dus wordt het zogenaamd een plicht om gezond te leven.
Dit is even absurd als beweren dat iedereen de plicht heeft om rijk te worden,
want rijken betalen mee voor de armen. Zwaarlijvigheid en roken worden nu
beschouwd als een beschavingsdeficit. Wie er tegen zondigt wordt opgezadeld met
een schuldgevoel en terechtgewezen door drukkingsgroepen die zich gedragen als
rookmelders en calorieflikken: van Snickers krijg je last aan je tikker, van
Mars krijg je Sars . In de staat Missippi (VS) werd in 2008 door de republikein John Read een wetsvoorstel ingediend om een
restaurantverbod in te voeren voor
mensen met obesitas. Gelukkig haalden de gezondheidsfascisten hier hun slag
niet thuis. Anders was ook dit een nieuwe trend geweest die net als het rookverbod vanuit de VS als modeverschijnsel van
politieke correctheid naar Europa overwaait. De Amerikaanse staat New York
werkt aan een wet die restaurants verbiedt om nog zout bij de bereiding van hun
maaltijden te gebruiken. Het wetsvoorstel van de democraat Filix Ortiz houdt in
dat klanten zelf zout moeten kunnen toevoegen aan de maaltijden die ze
bestellen, zonder dat de chef op voorhand al heeft beslist om bij de bereiding
een dosis zout te gebruiken. Inpekelen, die Felix!. Van verkleutering naar
kneuterigheid.
Willen
de gezondheidsfanatici dat iedereen gezond wordt of leiden ze zelf aan een
ziekelijke onverdraagzaamheid voor ieder die er andere gewoonten op nahoudt dan
zijzelf? Een subtiele vorm van gezondheidsbetutteling. De medicalisering van
normen en waarden. De medische bezorgdheid is verworden tot een moreel oordeel
over de zondige levenswijze van de burger met alle gevolgen van dien.
Nu
de accijnzen op tabak in vrije val dreigen te gaan, wordt de vetbelasting
ingevoerd. Obesitas, de nieuwe vetpot voor de fiscus.
Jean Marie Dedecker
Volgens mijn verouderde, bescheiden mening moeten ouders
voor hun kinderen zorgen en redders voor de baders.
Moeten strandredders
nu ook een diploma kinderverzorging voorleggen en een cursus pamperen volgen?
Alle kwallen zwemmen blijkbaar toch niet in zee.
Jean Marie Dedecker.
|
|
|