‘Nooit had ik mijn privé-loopbaan opgegeven voor een onzeker parlementair baantje, afhankelijk van het spreeuwengedrag van de kiezer, voor 3.000 euro per maand, zoals jij het nu ordonneert’, schrijft Kamerlid Jean-Marie Dedecker aan Jos D’Haese, fractieleider voor PVDA in het Vlaams parlement. ‘Een salaris is niet alleen een verloning voor arbeid, maar ook voor respect, inzet, risico en marktconformiteit’
Open Brief aan marxist en Vlaams parlementslid Jos D’Haese
Beste kameraad Jos,
Eigenlijk was ik niet van plan om nog verder te jeremiëren over je aanval op de parlementaire verloningen. Maar een tweetje aan mijn adres van een halvezool, een zekere Henry Du Brabant, verhoogde mijn rode bloeddruk: “Quand je regarde sa tronche il n’a pas l’air d’un communiste mais plus tôt fachiste de NAZI”. Als je vandaag als (centrum)rechts politicus nog niet als nazi weggezet bent, ben je eigenlijk onbestaande. Als het fascisme terugkeert zal het onder de vorm van antifascisme zijn.
Ik heb ondertussen een hekel gekregen aan woorden die eindigen op -isme, van kapitalisme tot fascisme en communisme. De gretigheid en de wellust waarmee je het debat voert over de zogezegde graaicultuur van je collega’s parlementsleden, kameraad Jos, is niet alleen leugenachtig en pervers maar ook gevaarlijk en opruiend. De journalistieke pretletterbrigade verkneukelt zich dan ook telkens in zoveel plat populistisch opportunisme, iets wat duidelijk je bedoeling is. De media volgen immers de dominante emoties die de politiek de wereld instuurt.