ARCO. De gierigheid bedriegt de wijsheid.
Het geld van de Christelijke arbeidersvereniging ACW ging via BAC, BACOB en Artesia op in Dexia. Zo plaatste de ARCO-groep (ziekenfondsen, vakbond, enz… ) die via Arcofin deze arbeidsfondsen beheert, 96% van haar kapitaal in het zieltogende Dexia en werd zo hoofdaandeelhouder samen met de Gemeentelijke Holding . Ze bekleedde via CD&V-toppolitici sleutelposten in alle organen van de Dexia Bank en de Dexia Holding. Jean-Luc Dehaene werd zelfs voorzitter van de Raad van Bestuur om de ACW belangen veilig te stellen. Haar CEO, Francine Swiggers, zetelde in alle Raden van Bestuur en zelfs in het auditcomité.
ARCO gedroeg zich eerder als speculatief hefboomfonds dan als een bankier. Op haar blinde tocht naar maximale winsten en dividenden werden alle truken van de beursvloer toegepast, van renteswaps tot opties. Het speculeerde met optiecontracten en short-selling tegen het eigen aandeel van Dexia. Het gaf haar aandelen als onderpand (stocklending) voor put- en callopties. Het financierde haar eigen kapitaalsverhoging bij Dexia in 2008 met een lening bij dezelfde bank. Een dubieuze carrousel dat voor een normaal bedrijf wettelijk verboden is. Kortom, ze gaf er les in het vak casinokapitalisme dat door haar vakbondsleden op straat fel bestreden wordt.
Dexia crashte tijdens de bankencrisis van 2008 en werd met 6 miljard euro nieuw kapitaal door de overheid gered. Eigenlijk een verkeerde beslissing. Een oplossing met een Fortisscenario (een afsplitsing van de Belgische tak en een Bad Bank) had veel meer soelaas gebracht, maar de regering Leterme moest absoluut het kapitaal van de eigen ARCO-zuil vrijwaren en de hoofdaandeelhouder beschermen.
Een paar jaar later (begin 2011) heeft men niets bijgeleerd. Een tweede crisis, de zogenaamde Soevereine crisis, doet Dexia de das om. Met 120% van haar eigen vermogen belegd in staatsobligaties van de PIIGS-landen, waaronder dus Griekenland, gaat Dexia in vrije val.
Toen de ratingbureaus Moody’s en S&P, onze Nationale Bank en de Europese Commissie een versnelde verkoop van de probleemportefeuille voorstelden om Dexia een tweede keer te redden, gingen de aandeelhouders ARCO en de Gemeentelijke Holding op de rem staan. Het is Marc Tinant van ARCO die op de Raad van Bestuur van Dexia op 10 mei 2011 zijn veto uitspreekt. Zo staat dat in de notulen van de Dexia-commissie: “Wie het afremmen van de verkoop van de staatsschuld heeft bevolen,is in grote mate verantwoordelijk voor de ontmanteling van de groep!” De rest is geschiedenis: de rating wordt verlaagd, een bankrun bij het publiek en Dexia wordt op 4 oktober drooggelegd.
Terwijl het splitsingsscenario van de Dexia Holding in augustus en september 2011 in stilte wordt uitgewerkt, maakt ARCO van haar voorkennis gebruik om haar factuur door te schuiven naar de belastingbetaler. Op 11 september keurt de ministerraad op verzoek van de medeplichtige CD&V-excellenties de spaargarantie goed voor de ARCO-coöperanten, zodat die ook hun centen terugkrijgen bij de vereffening van ARCO. Dit wordt verzwegen tot 10 oktober, een week na de crash want tot 30 september hadden de coöperanten het statutair recht om hun aandelen te gelde te maken. Op 26 september toetert Jean-Luc Dehaene nog dat er geen splitsing komt. In mensentaal wordt dit oplichting genoemd van haar eigen coöperant-aandeelhouders en een hold-up met voorbedachte rade op de staatsfinanciën.
Maar de pil wordt verguld voor haar aandeelhouders. Met de deposito-bescherming voor haar 750.000 coöperanten-aandeelhouders kreeg ze een omniumverzekering na een ongeval zonder vooraf een premie te hebben betaald. ARCO legt de lasten van haar eigen fouten en wanbeleid ten bedrage van 1,7 miljard euro onbeschaamd in de mand van de belastingbetaler. Het feit dat coöperanten-aandeelhouders zelfs geen spaarders zijn maar vennoten en eigenlijk geen recht hebben op een spaargarantie, is een aanfluiting van de wet en wordt momenteel door de Europese Commissie onder de loep gelegd. ARCO treedt hier op als een brandstichter die schadevergoeding eist voor het afbranden van haar eigen huis.
In het rapport van de Dexiacommissie staat letterlijk: “Indien men de versnelde afbouw had beslist op 10 mei 2011 en meteen de daad bij het woord had gevoegd dan was men de belofte nagekomen en was de ratingverlaging er misschien wel nooit gekomen”. De Christendemocratische politici die steeds de mond vol hebben over verantwoordelijkheid zijn dus niet alleen mede verantwoordelijk voor het vastlopen en kapseizen van het Dexia-schip, ze hebben het ook als eerste verlaten als een dief in de nacht. Een Costa Concordia-scenario. Dat inzicht en die kennis van zaken hadden ze wel.
Het ACW moet haar eigen coöperanten zelf vergoeden. Het beschikt immers nog over 300.000 winstbewijzen bij Dexia die op een duistere dubieuze manier door toenmalig premier Leterme buiten de vereffening van ARCO werden gehouden, en in 2010 nog 15 miljoen euro opbrachten. Nu de meerderheidspartijen de bijzonder parlementaire commissie over Dexia vleugellam hebben gemaakt, is het beter dat Justitie het dossier nu in handen neemt, en een gerechtelijk onderzoek instelt naar de onregelmatigheden die aan het licht zijn gekomen.
Jean-Marie Dedecker
Voorzitter LDD en lid van de Dexiacommissie