De lectuur van het vlinderakkoord maakt duidelijk dat de
zesde staatshervorming voor Vlaanderen nauwelijks meer macht oplevert, dat
Vlaanderen Brussel niet meer hoeft los te laten, dat wordt in dit akkoord al
een feit, en dat Vlamingen voor hun vermetelheid om het Belgisch establishment
zo lang te tarten nog decennia lang zwaar zullen dokken.
De politieke vernieuwing waar de meerderheid van de Vlaamse
kiezers naar verlangde komt er dus niet. De Vlamingen die hoopten om echt
bevoegd te worden voor hun economie, voor de arbeidsverhoudingen, hun
pensioenen, hun ziekenhuizen, de gezondheidszorg, het gerecht, het strafbeleid of
een deel van de belastingen, komen bedrogen uit. Het maximum dat ze uit dit
akkoord halen is dat een deel van de federale ambtenaren die op die vlakken
actief zijn naar de Vlaamse overheid verhuizen. Maar die ambtenaren blijven met
handen en voeten gebonden aan federale regels, die mee door PS en CDH worden
opgesteld, en vooral financieel blijven ze afhangen van federale fondsen,
waarbij Brussel en Wallonië vooraf aan de kassa mogen passeren. Dat de Senaat
wat wordt afgeslankt, en dus nog altijd niet wordt afgeschaft, is in dat licht een
magere troost.
Voor de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde
wordt een zeer zware prijs betaald. Vooreerst krijgen de 6 randgemeenten met
faciliteiten in feite een 2talig statuut,
waarbij de rechten van de Franstaligen in de Grondwet worden verankerd.
De hervorming, let wel, niet de splitsing, maar de ‘hervorming’ van het gerechtelijk
arrondissement Brussel, dat zelfs de naam van Brussel Halle Vilvoorde niet waardig wordt
bevonden, is op dezelfde leest geschoeid. De taalvoorrechten van Franstaligen
in alle gemeenten van Halle-Vilvoorde, van Asse tot Kortenberg, worden nu
expliciet in de wet geschreven, de procedures voor de verfransing worden
vereenvoudigd, en de middelen van de Vlaamse magistratuur worden herleid tot
een beschamende 20 procent, zonder dat er zelfs navraag is gedaan naar de reële
werklast. Erger nog, de tweetaligheidsvereiste van Brusselse magistraten wordt
ingeperkt. Zo wordt de natte droom van Maingain en consoorten werkelijkheid.
Brussel is geen tweetalige hoofdstad meer, zoals de Grondwet het bepaalt, maar wordt
een Franstalige stad, waar Vlamingen nog de faciliteiten hebben die de
Franstaligen in het Vlaamse hinterland zullen krijgen. In feite worden de tweetaligheid
van Hoofdstedelijk Brussels Gewest verder
uitgehold, en strekt het Franstalige wervingsgebied zich verder uit tot
Halle-Vilvoorde, en straks tot in Leuven, want de nieuwe ‘Hoofdstedelijke
Gemeenschap’ (sic) die de oude provincie Brabant omvat, is het nieuwe paard van
Troje waarmee de Franstaligen na een halve eeuw eindelijk wraak kunnen nemen
voor hun frustraties van ‘Leuven Vlaams’.
De Vlaamse Brusselaars worden kompleet losgelaten omdat alle
bevoegdheden die de Vlaamse Gemeenschap nog als ‘stille steun’ in de hoofdstad
had , en dat waren er vele, van onder de Vlaamse paraplu worden uitgehaald.
Alles gaat naar de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GCC) een weliswaar
paritair maar zuiver Brussels orgaan, waarin de Vlaamse Gemeenschapscommissie straks
moet optornen tegen een Franstalige Cocof, die ieder jaar zal uitpakken met
honderden miljoenen euro extra uit de federale kas, dus weer van de dwaze
Vlamingen. De Vlaamse regering kan zijn
minister voor Brusselse zaken naar huis sturen. De Vlaamse Brusselse politici kunnen
zich daar wellicht in vinden, maar hoe de Vlaamse scholen, bejaarden, zieken en
jonge ouders in Brussel zich daar bij voelen moet nog blijken. Wie vertrouwd is met Brussel weet dat de
pletrol van de verfransing niet word gestopt, tenzij met aparte structuren waar
Franstaligen NIETS aan te zeggen hebben.
Maar het Brussels gewest is al de scholen aan het inpalmen, en krijgt er
nu de sportinfrastructuur en het toerisme bij, tot het dierenwelzijn toe.
En dan is er de financieringswet, die de magische responsabilisering
invoert. De omgekeerde responsabilisering die in de huidige financieringswet
steekt, en slechte resultaten feitelijk beloont, wordt omgebogen. Oef, maar het
valt wel op dat er twee extra mechanismen tot responsabilisering worden
ingevoerd, naast de objectieve fiscale verdeling en verdeling volgens
bevolkingsbehoeften. Het gaat om responsabilisering inzake pensioenen , en
inzake klimaat. Geen toeval dat deze twee extra normen vooral Vlaanderen
duperen, met zijn oudere bevolking en meer industrie. Oorspronkelijk was er
sprake van een extra responsabilisering rond werkzaamheidsgraad, en kosten in de
gezondheidszorg, maar die kwamen de dames Onkelinx en Milquet minder goed uit,
en prompt geschrapt.
Maar het voornaamste bezwaar tegen de financieringswet blijft
dat de hele fiscale administratie, met zijn opgelegde progressiviteit, zijn
grondslag, zijn tarieven en zijn inning in federale handen blijft. Vlaanderen
zal zoals de gemeenten wat kunnen spelen met
opcentiemen. Maar fundamentele
fiscale hervormingen zoals een meer vlakkere taks, een lagere
vennootschapsbelasting of een verschuiven van belastingen op arbeid naar andere inkomensstromen blijven
noodzakelijk afhangen van het fiat van Franstalig België, wat wil zeggen dat ze
ondenkbaar blijven. Het links-conservatieve België haalt bijgevolg zijn slag
helemaal thuis. De frisse wind die de federale verkiezingen van 2007 en 2010 in
Vlaanderen had doen opfleuren is in de unitaire airconditioning van het
vlinderakkoord volledig opgezogen. Hoe lang zal dit land nog moeten wachten op
hervormingen die er echt toe doen, en die ons wapenen tegen de aanhoudende
crises in Europa en de wereld. Voor die hervormingen valt dit weliswaar zeer
sluwe vlinderakkoord veel te licht uit.
Piet Deslé,
Geen opmerkingen:
Een reactie posten