Onze biercultuur wordt vandaag door Unesco als werelderfgoed gelauwerd. Het is echter net zoals met de auto: we mogen ze nog assembleren, maar er niet meer mee rijden, en we mogen ons gerstenat nog brouwen maar niet meer opdrinken. Telkens ik het besje van de VAD (Vlaams expertisecentrum voor alcohol en andere drugs) op het scherm zie verschijnen, bekruipt me de drang om onmiddellijk een neut Hasseltse jenever achterover te kieperen en om haar een fles Bokma cadeau te doen. Tegengif voor Sodom en Gomorra dat om de hoek in mijn stamcafé ligt en een verdovingsmiddel voor de onheilsprofeten van het genot. In plaats van drie glazen per dag mogen er nu nog tien glaasjes per week over de toog geschoven worden. Volgens het besje zijn er 560.000 Vlamingen verslaafd aan alcohol. Als we die regel van 10 pilsjes per week toepassen kijken er enkel al zoveel bouwvakkers te diep in het glas, en zit de helft van onze bevolking statistisch zwaar aan de teut.