'Parlementaire onderzoekscommissies leveren zelden iets op', schrijft Jean-Marie Dedecker (LDD) naar aanleiding van de Kazachgate-affaire. 'Lafheid om de onderste steen boven te halen wordt vertaald als loyaliteit.'
Een politicus sterft niet in het parlement maar - net als een vlieg - door de mep van een krant. Deze wijze woorden van Mark Eyskens werden nu ook bewaarheid voor Armand De Decker (MR). De gewezen Senaatsvoorzitter werd met de vliegenmepper van de krant Le Soir plat geklopt in wat ondertussen Kazachgate heet. De sukkel uit Ukkel, voor wie de Vlaamse taal nog steeds geweld aandoet, passeerde rijkelijk aan de kassa om te lobbyen voor de afkoopwet ten gunste van de Oezbeekse tot Belg genaturaliseerde miljardair Patokh Chodiev. In zijn onverdroten ijver om de hielen te likken van de Franse haute Finance liet nobele Armand ook nog een sommetje van 25.000 euro storten voor het liefdadigheidswerk van prinses Léa, de schoonzus van Koning Albert. De senatoriële lakei van Laken droomt al jaren van een adellijke titel, en dat mag wat zakgeld kosten.
Kazachgate: 'Donald Trump heeft meer schaamtegevoel dan al onze politieke ritselaars samen'
Als voorzitter van de senaat hield de omhoog gevallen aristocraat indertijd met de regelmaat van een klok grote banketten voor de fine fleur van het bedrijfsleven en de sabelslepers van het Franse Elysée, waarvoor het Kamerpersoneel zelfs in de weekends moest opdraven.
De roep om een nieuwe parlementaire onderzoekscommissie naar Armands duistere lobbywerk klonk weerom luid in de wandelgangen van de Wetstraat. Niet alleen om de gespeelde verontwaardiging een uitlaatklep te geven maar vooral om de publieke opinie te sussen. Eerder profileringsdrang dan een zoektocht naar de waarheid.
Zelfs de voorgedragen commissievoorzitter, Francis Delpérée (cdH), geurt naar het parfum van de partijdigheid. De oerconservatieve koningsgezinde katholiek kreeg in illo tempore het grootkruis in de Orde van Malta. Het zou nu net dit gezelligheidsclubje van adellijke liefdadige ridders zijn die bemiddelde tussen het Elysée van Sarkozy en nobiljon Armand De Decker voor Chodiev.
De schandalen rond de Oezbeekse oligarch reiken tot 20 jaar terug met de onverkwikkelijke oplichtingszaak rond Tractebel die in Kazachstan steekpenningen betaalde aan een drietal corrupte presidentiële adviseurs. Zelfs Jean-Luc Dehaenewerd toen van stal gehaald om de brokken te lijmen. Kazachgate zou ook nog wel eens door diamantgate kunnen gevolgd worden. Het deksel is nog maar half van de beerput gelicht en de walm komt ons al tegemoet gewaaid. In plaats van de vooropgestelde 23 miljoen euro afkoopgeld was het maar 3,5 miljoen, en dan nog neergeteld door een zevental spitsbroeders als Bragimov en Machkevitch die elk 522.500 euro zwijggeld betaalden.
Een minnelijke schikking van zakgeld-niveau voor de oligarchen. Solden bij justitie. Ze betaalden amper hetzelfde bedrag aan hun advocaten en politieke lobbyisten om te bemiddelen bij justitie. Armand mocht voor zo'n 741.846,55 euro ereloon factureren.
Dan moet ook nog de dubieuze naturalisatie van de oligarch onder de loep genomen worden met medewerking van Serge Kubla (MR) en Claude Eerdekens (PS). Van zodra het onderzoek in de omgeving van minister Didier Reynders (MR) komt, zal het wel een staatsbegrafenis eerste klasse krijgen.
Onze regenten hebben eigenlijk nogal wat relaties met dubieuze Russische zakenlui. Toen Suleiman Kerimov in 2006 zijn Ferrari in Nice in de prak reed, charterde minister van landsverdediging André Flahaut stante pede een Embraer van de Belgische luchtmacht om hem te laten overvliegen naar het militair hospitaal in Neder-over-Heembeek. Voor wat, hoort wat.
De kersverse Amerikaanse president Donald Trump, die van fraude met zijn bedrijven en zijn casino's nochtans zijn handelsmerk maakte, heeft blijkbaar meer schaamtegevoel dan al onze politieke ritselaars samen. Hij zit nog niet in het Oval Office van het Witte Huis en hij ordonneert nu al dat oud-ministers gedurende vijf jaar geen uitloopbaantje mogen versieren als lobbyist in het bedrijfsleven. Voor topambtenaren komt er zelfs een levenslang verbod op lobbywerk voor buitenlandse regeringen. Hier kan men het woord "ontluizing" nog niet eens spellen. De deuren van hun ministeriële kabinetten zijn nog niet dicht getrokken of onze regenten duiken al op in allerhande raden van bestuur, van Proximus tot InBev en van ArcelorMittal tot Sofina. Sommigen verlenen zelfs hand en spandiensten met belastinggeld tussen twee ministeriële zitjes door. Eventjes nagaan bij Electrawinds, Tecteo en Co.
Het parlementair speurwerk naar de wandaden bij Optima ligt nu al op apegapen, hopeloos op zoek naar de smoking gun om de ondraaglijke lichtheid van haar bestaan te verrechtvaardigen. Logisch als zelfs spilfiguren in het web van Jeroen Piqueur zoals Geert Versnick (Open Vld) niet mogen opgeroepen worden, beschermd door de omerta rond zijn broodheren in de Melsenstraat. Lui die meer boter op hun hoofd hebben dan gel in hun haar.
Onderzoekscommissies leveren nooit iets op als het om de volksvertegenwoordigers zelf draait. De tentakels van de macht zijn verstrengeld als een bord spaghetti. De zelfbeschermingsfactor tussen de partijen is groot. Lafheid om de onderste steen boven te halen wordt vertaald als loyaliteit. Politici struikelen daarom zelden in het parlement, maar door de collectieve verontwaardiging van de publieke opinie, die op haar beurt aangestoken wordt door de media. Mark Eyskens wist dat al in 1991 toen hij als minister van buitenlandse zaken een visum afleverde aan de Palestijnse terrorist Walid Khaled. Hij bleef doodgemoedereerd op post en zei zelf dat dit in elke andere bananenrepubliek onmogelijk zou zijn geweest. De deontologische code van een regenworm.
De schijnonderzoekscommissie naar de oplichterijen bij Dexia en de Gemeentelijke Holding (GH) mocht nog geen dode mus opleveren. Onderzoeksrechter Colette Callewaert, die in de wandelgangen van het Brussels majestueus justitiepaleis de "vergeetput" wordt genoemd, heeft afgelopen week ook besloten om het dossier zonder gevolg te klasseren. Wiens brood men eet, wiens taal men spreekt.
Piramidespel van Dexia
Door een chantagepolitiek binnen het directiecomité van Dexia werden de bestuurders van Arco en de Gemeentelijke Holding de rechtstreekse grafdelvers van de staatsbank. De GH, die de belangen van de gemeenten zou moeten verdedigen, verzamelde nog vlug 500 miljoen euro bij haar leden om in de bodemloze put van het toen al zieltogende Dexia te gooien. Ze beloofde 13% intrest op hun geld, het drievoud van de markrente. Voor dergelijk piramidespel wordt elke sterveling enkele jaren op water en brood gezet in Leuven Centraal, en kreeg Jean-Pierre Van Rossem zelfs geen enkelband.
De GH liet een put achter van 1 miljard euro, op te hoesten door de belastingbetaler. Maar lui als Francis Vermeiren, Stefaan De Clerck, Tony Van Parys François-Xavier de Donnéa en dito politici vormen een te groot hazenleger om door onze verpolitiseerde justitie opgejaagd te worden. Straks roept de bevolking nog om een onverlaat als Trump.
Jean-Marie Dedecker
P.S. Elke connotatie van mijn naam met deze van de Ukkelse nobiljon is louter fictief, ik word nog liever Oezbeek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten