Archief

dinsdag 14 mei 2013

Open brief aan Prins Filip (Knack nr19 van 8 mei 2013)




Monseigneur,

Het heeft geen haar gescheeld of ik had u getutoyeerd. Het bekt en het pent beter. Maar als proletarisch plebejer hou ik mij aan de hoofse aanspreektitels. De ondraaglijke lichtheid van uw prinselijk bestaan wens ik niemand toe. Huichelen op de bühne en wegkwijnen op de reservebank. Prins Charles , de eeuwige Britse troonsbelofte, heeft nog de vossenjacht en het polospel.  U moet u onledig houden met economische alibireizen, waarbij u dan niet zelden met communautair gekissebis of met spot en hoon overladen wordt. Ik heb met u te doen, eerlijk.

Ik heb u een paar keer ontmoet in mijn vorig leven als judocoach. Op de Olympische Spelen in Atlanta heeft het geen haar gescheeld of u ging mee op stap naar Buckhead om de Olympische medailleoogst te vieren. De leiband van het protocol hield u echter  in een wurggreep. Uw vleugeladjudant stak er een stokje voor. Toen werd er nog gewonnen door uw landgenoten in de Olympische arena. Terwijl u uit adellijke smetvrees Olympisch kampioene Ulla Werbrouck kuste met afstandsbediening, sprong uw Nederlandse zielsgenoot Prins  Willem Alexander  beneveld van vreugde met de zegevierende blonde oranjeroeiers  in het water. U hield het bij een natje en een droogje.  Een protocollaire dwangbuis als levenshouding. Willempie wordt nu koning . U niet . Het moet  steken.

Van uw spreekrecht als “senator van rechtswege” heb ik u één keer gebruik weten maken. Het ging over het verbod op pornografie, ik werd er stante pede impotent van. Van uw inaugurale rede als doctor honoris causa van de KUL heb ik niets begrepen. U vermoedelijk ook niet. Ieder woord dat u uitspreekt ligt op een bananenschil en met uw Frans accent is het nooit van enige communautaire achterdocht gespeend. Spreken is tafelzilver, zwijgen adellijk goud. Noblesse oblige.
Ik hoor dat u wegkwijnt, Monseigneur. De mantra “Ik wil koning worden”weegt zwaar op uw gemoedsgesteldheid. Om uw leed te verzachten en een doorbraak te forceren raad ik u aan over te schakelen op een politieke overlevingsstrategie, die van de protocollaire monarchie. Niet dat ik mij wens te bemoeien met uw carrièreplanning -er zullen immers altijd Eskimo’s zijn om aan de negers voor te houden hoe ze zich tegen de zon moeten beschermen- maar uit zelfbehoud.
Het Koningshuis werd in illo tempore erfelijk om te vermijden dat de clans elkaar nog zouden uitmoorden telkens hun koning kwam te overlijden. Nu zijn we een tikkeltje beschaafder, we houden verkiezingen. Het levert een roedel vechtersbazen op die elkaar de kluif in de bek niet gunnen, maar er vloeit geen bloed meer. Hou je maar ver van dit gedoe. Laat de nieuwe familiecratie maar over aan de zoontjes- en dochtertjesfabriek  van de oude politieke krokodillen , genre De Croo , De Gucht , Tobback & Co.

Het volk heeft nood aan prinsjes en prinsesjes en aan een koninklijke poppenkast. Een houten klaas  met een plastieken glimlach past in ieder volkstheater. Met de fratsen van uw broer kan elke scenarist de verzamelde werken van Molière ruim overtreffen. Het volk heeft ook behoefte aan een vuurtoren in tijden van nood. In onze emotionele pampermaatschappij vol koekendozenromantiek kunt u dienen als uitlaatklep, klaagmuur of biechtvader bij de uitwassen van  opgekropte volkswoede of  volksverdriet. U en uw eega zullen bejubeld worden als een moreel baken in barre tijden en overal waar Mathilde gaat, zullen de revalidatiecentra wel kaalgeplukt worden om een bataljon gehandicapten en dementen aan te voeren om ze over hun bol te aaien. Voer voor de pulpbladen en sympathie van janneke modaal.

Ik ben overtuigd republikein ,want een republiek hoort bij een democratie als een kalkoen bij de kersttafel. Ik ben daarentegen realist genoeg om te beseffen dat onze politieke kaste daar nog niet rijp voor is. Achter de coulissen wel,in het openbaar niet: “qui touche au roi,touche à soi”. Daarenboven kwam de Deense onderzoeker Christiaan Bjornskov, na een enquête in 74 landen,tot de conclusie dat mensen die in een monarchie leven gelukkiger zijn dan inwoners van andere staatsvormen. Ze zouden tien procent meer vertrouwen hebben in elkaar en in de instellingen dan in andere vergelijkbare landen. Wie ben ik om uw onderdanen in hun ongeluk te storten? In uw koninkrijk,waar Walen en Vlamingen in hetzelfde huis wonen,maar elk op een aparte verdieping,twijfel ik wel aan deze wetenschappelijke onzin. De mythe van de monarchie is echter zo sterk dat zelfs intelligente mensen er hun kritisch vermogen bij verliezen.

Geloof me vrij, Monseigneur, ik heb het beste met u voor. Laat de machtskelk aan u voorbijgaan en predik het protocollaire koningschap. De troon zal in uw schoot vallen. Hou de mythe in stand,want Koninklijke macht overleeft zichzelf niet als het teveel wordt ontheiligd.

Met weledelgestrenge hoogachting,

Jean Marie Dedecker

1 opmerking:

  1. Het is droevig dat republikein Dedecker in zijn betoog steeds personen aanvalt om zijn aversie te uiten tegen een bepaalde staatsvorm(hier de monarchie). Hij laat zich zo hard gaan waardoor hij zichzelf verliest in details hetgeen resulteert in bijna geen enkel argument om zijn mening te staven.Het argument waarmee hij uitpakt is dan nog geschreven in het standpunt van de koninklijke familie , namelijk : het gevangen zitten in een keurslijf van protocollen. Met andere woorden het is beter voor de vermelde familie zelf om het koninkrijk af te schaffen zodat ze bevrijd is van aangehaald euvel.
    Welk argument schrijft hij echter in het standpunt van de bevolking? Alhoewel er tientallen motivaties zijn vanuit dat standpunt( bijv. overblijfsel absolutistisch ancien regime, etc..) pakt mijnheer Dedecker hier niet mee uit. Integendeel , alhoewel hij zichzelf ironisch beschrijft als "proletarische plebejer", (waarmee hij zichzelf duidelijk van het "plebs" wil onderscheiden) verwijt hij zijn "mede-plebejers" dat ze te "volks" (past in volkstheater) en emotioneel gepamperd moeten worden. Dit is toch zeer paradoxaal voor een echte proletariër.
    Mijn conclusie is wanneer iemand bij een dergelijk onderwerp als "het koningschap" er niet in slaagt om op een overtuigende manier zijn argumenten weer te geven, over niet veel hersencapaciteiten beschikt of ergens aan lijdt.Met andere woorden Jean-Marie bent u ziek of werkelijk een proletarische plebejer?

    BeantwoordenVerwijderen