Voor zijn eerste column na de zomervakantie persifleert
Jean-Marie Dedecker de open brief – een publireportage – waarin premier
Alexander De Croo zich deze zomer verontschuldigde voor het geruzie en
gekissebis van de Belgische politici de voorbije maanden.
Beste Belgen, waarde landgenoten,
Toen mijn partij, de Open Vld, in 2019 van de kiezer een
zoveelste pandoering op rij had gekregen, en gedecimeerd werd tot ’s lands
zevende dwergenclub, verklaarde ik grootmoedig dat je dan de dweil van de
regering zou zijn als je alsnog premier zou willen worden. Maar mijn vader
Herman had in zijn vijftigjarige parlementaire loopbaan alle ministerpostjes
bekleed, behalve die van primus inter pares. Dit stak in onze blauwe
familiecratie. Mijn moeder was er ook van overtuigd dat het van kwaad naar
erger ging in den Belgiek sedert de telgen van bakkers en
beenhouwers ook naar de universiteit mochten om rechten te studeren. Vandaar
mijn sociaal engagement om het land te redden. Noblesse oblige. Eerst moest ik
mijn partijgenote Gwendolyn Rutten een hak zetten. Ze was door PS-voorzitter
Paul Magnette de Wetstraat 16 beloofd in ruil voor een links regeerprogramma.
Uit ijdele hoop om de eerste vrouwelijke premier van het land te worden had ze
zelfs een zekere ministerpost in de Vlaamse regentenregering aan haar neus
laten voorbijgaan. Maar macht dient tot niets als je ze niet durft te
misbruiken. Ik liet de federale regeringsformatie aanslepen tot mijn buddy
Egbert Lachaert zich met een rechts liberaal programma in de Open Vld op het
schild liet hijsen, en Rutten mocht terug naar Aarschot.
Net als mijn grote roer- en voorganger Guy Verhofstadt
beschik ik over het aangeboren talent om -eenmaal aan de macht- compleet van
mening te veranderen, niet zozeer uit principe, maar uit pragmatisme. Met een
rechtse richtingaanwijzer nam ik een linkse bocht. Ik had bijvoorbeeld beloofd
om onze zeven kernreactoren brandend te houden. Ze stonden immers in voor 55%
van onze elektriciteitsproductie. Indien niet zouden we ons in 2025 met een
wollen trui bij kaarslicht moeten verwarmen. Maar om de groene ecologisten in
mijn Vivaldi-regering aan boord te houden, gaven we Engie de opdracht om ze
alle zeven uit te doven. Maar het gas ging op de bon, en we moesten bij die
Franse elektriciteitsproducent smeken om de levensduur van twee reactoren toch
met tien jaar te verlengen. Ik moet u bekennen, waarde landgenoten, dat wij
voor die Franse geste nu zullen moeten opdraaien voor de uitbatingsverliezen en
voor de miljardenfactuur voor de ontmanteling van die centrales.
U moet begrijpen dat alle Vlaamse partijen in de federale
regering ondertussen afgegleden zijn tot kibbelende Micky Mouse-partijtjes en
de mijne tot een zieltogende blauwe smurfenclub. Terwijl mijn motto altijd die
van de basketreus Michael Jordan is geweest, namelijk dat je met talent wel een
wedstrijd kan winnen maar dat je alleen met teamwerk kampioen wordt. Toch
gunnen we mekaar de kluif in de bek niet. Je kunt als dwerg wel op de schouders
van een reus gaan staan, maar daarmee word je zelf niet groter. Ondank is ’s
werelds loon. Met de coronapandemie leerde ik mijn volk nochtans mondmaskers
naaien, want we hadden onze voorraad per abuis op de brandstapel gegooid. Ik
gaf subsidies zoals Sinterklaas snoepgoed. Ik leerde u allen, waarde
landgenoten, dat vrijheden geen liberale verworvenheden of mensenrechten zijn,
maar beloningen die de overheid naar eigen goeddunken toekent. Met de hulp van
de gezagsgetrouwe media verkochten we ons coronabeleid als een succes, terwijl
onze rusthuizen funeraria werden en we lang aan de wereldtop stonden van het
aantal overlijdens per 100.000 inwoners. Maar ik prijs me nu toch gelukkig dat
u -ons volk- vlugger vergeet dan Onze Lieve Heer kan denken.
Dat de bejaardenberg met het pensioendossier een muis
baarde mag u mij ook niet aanrekenen, waarde landgenoten. PS-baas Paul Magnette
is naast schaduwpremier van Vivaldi ook burgemeester van het grauwe Charleroi.
De helft van zijn Karolingers geniet van een vervangingsinkomen, en van de
andere helft werkt weerom de helft als ambtenaar bij de overheid. U moet
derhalve begrijpen dat ik, als handpop van Paul, niet kon tornen aan de
ambtenarenpensioenen en dat je van stempelen een levenslange loopbaan mag blijven
maken met garantie op een betaalde oude dag. Weliswaar op de rug van de
(hard)werkende Vlaming, maar dat noemen wij solidariteit in het Wetstraatees,
Mijn liberale partij zit al een kwarteeuw ononderbroken
in de federale regering, en ondertussen zijn we er in geslaagd om kampioen te
worden in nagenoeg elke belastingdiscipline. Van lasten op arbeid tot
overheidsbeslag. Van personen- tot vennootschapsbelasting. Van vermogens- tot
kapitaalsbelasting… U mag het mij echter niet ten kwade duiden, waarde
landgenoten, dat onze belastingbrief zelfs meer rubrieken telt dan een
catalogus van Ikea. Ik poogde vruchteloos die schraapzucht te vereenvoudigen en
de fiscale koterij uit te mesten die mijn partij mede veroorzaakt heeft. Elke
partij bleef echter mokkend op haar standpunt zitten zoals een bok op zijn
haverkist.
Dat Hadja Lahbib, Minister van Buitenlandse Zaken en
protégée van MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez, visa verleend had aan een
veertiental Iraanse beulen en daarover gelogen had in het parlement, is
eigenlijk wel een beetje mijn fout. Ik had haar daarvoor vooraf zelf stiekem de
toestemming gegeven. En haar illustere voorganger Mark Eyskens (CD&V) had
ooit gezegd dat je voor dergelijke zonde in elke bananenrepubliek zou moeten
aftreden, maar niet in een apenland als België. Het was dus een leugentje om
bestwil. Ze mocht daarom op haar lucratieve post blijven, en ik werd
daarenboven ook gegijzeld door Georges-Louis die de regering dreigde op te
blazen.
U moet begrijpen, waarde landgenoten, dat wij als de dood
zijn voor nieuwe verkiezingen. Mea culpa, mea maxima culpa. Liegen mag wel in
’s lands belang, als het bijvoorbeeld over de begroting gaat. Er woedt immers
een helse strijd tussen Malta, Slovakije en ons koninkrijkje om het grootste
begrotingstekort van de EU. Mijn partijgenote, staatssecretaris Eva De Bleeker,
had daarover de waarheid verteld. Om u geen nutteloze angsten in te boezemen
heb ik die Cassandra dan maar aan de regeringsdeur gezet. Eva solliciteerde nog
voor een functie bij de Europese Liberalen, maar werd daarvoor vakkundig
afgeblokt en gesaboteerd door het olijke blauwe duo Guy Verhofstadt en zijn
EU-gezellin Hilde Vautmans. Dus niet door mij. Mijn buddy, Open Vld-voorzitter
Egbert Lachaert heb ik ondertussen ook voor de bus gegooid omdat hij zei dat ik
als bont en blauwe keizer geen kleren meer aan had, uitgekleed door de
groenlinkse Vivaldisten. Ik kon dit toch niet tolereren?
In illo tempore was ik een koele minnaar van het
confederalisme. In 2010 heb ik als Open Vld-voorzitter nog de stekker uit de
regering getrokken wegens de Vlaamse heisa over de opsplitsing van het
kiesdistrict Bussel-Halle-Vilvoorde. Maar u moet begrijpen, waarde landgenoten,
dat een wekelijks koffiekransje met ons sprookjesstaatshoofd Koning Philip in
de Lakense salons wat doet met een mens. Ik ben nu terug unionist en fervent
Belgicist geworden. Ik vrees dat u nu zult verwijzen naar de oude troetelnaam
van mijn partij toen ze nog niet Open Vld, maar PVV noemde, wat volgens
sommigen de afkorting was voor Pest Voor Vlaanderen. Maar l’Union fait
la force.
Dankzij ons opengrenzenbeleid en de aantrekkingskracht
van onze sociale hangmat zijn we nu met 11.649.856 miljoen zielen. Gedurende
mijn kanselierschap verwierven er telkenjare 40.000 nieuwkomers ons
staatsburgerschap, en stroomden er evenveel toe om asiel te verkrijgen. Wie dat
voorrecht niet kreeg bleef toch hier om bij te dragen aan de geneugten van onze
welvaartstaat. We zijn immers het land van melk en honing.
Straks vieren we het 200-jarig bestaan van ons
koninkrijkje. Daarom doe ik maar één belofte: ik ken uw zorgen en ik zal
keihard werken- samen met anderen- om u een betere politiek te geven. De
politiek die u verdient. Iedere dag opnieuw.
Uw toegenegen Alexander de Grote (alias
Jean-Marie Dedecker)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten