‘Terwijl Parijs brandde ontsnapte Brussel aan een
steekvlam’
De Franse steden en gemeenten likken weerom hun brandwonden.
Na de opstand van de Gele Hesjes en de Pensioenrevolutie stond de Lichtstad
terug in lichtelaaie. Relschoppers probeerden de bibliotheek van Marseille in brand
te steken, een van de zwembaden voor de Olympische Spelen in Parijs werd
gebrandschat, 5.000 voertuigen gingen in de vlammen op en 1.000 gebouwen
werden gevandaliseerd, waaronder 250 politiecommissariaten evenals de woning van Vincent Jeanbrun, burgemeester van
L’Haÿ-les-Roses. Eén derde van alle opgepakte amokmakers was minderjarig,
en het merendeel zelfs tussen 12 en 14 jaar oud.
In zijn boek “Leven aan de onderkant” wijdde filosoof
Theodore Dalrymple met “De barbaren aan de poorten van Parijs” in 2004 al
een hoofdstuk aan de criminele gevolgen van de massa-immigratie in de Franse
hoofdstad.
“De toestand van het land ziet er grimmig uit, tenzij het
erin slaagt deze miljoenen te assimileren. Maar in plaats daarvan heeft het de
immigranten en hun nakomelingen geografisch geïsoleerd in ontmenselijkende
getto’s; het heeft een economisch beleid gevoerd dat werkloosheid bevordert en
hen afhankelijk maakt, met alle psychologische consequenties vandien; het heeft
de weerzinwekkende en waardeloze cultuur die ze hebben ontwikkeld gevleid; en
het heeft hen de rechtsbescherming afgenomen, en hun toegestaan hun eigen
wetteloze orde te vestigen.”
De culturele achtergrond van de plunderaars van de afgelopen
weken was dezelfde als van de lui die stonden te juichen bij de onthoofding van
maatschappijleraar Samuel Patty omdat hij in zijn klas Mohammed-cartoons had
vertoond.
Terwijl Parijs brandde ontsnapte Brussel aan een
steekvlam. De plannen van een roedel jonge draaideurcriminelen voor een
aanval op het politiebureau van Anderlecht werden op het nippertje
verijdeld. De puberale Ketten hadden hun voorraad bivakmutsen,
buffsjaaltjes, hoodies en vuurwerk te opzichtig ingeslaan, en ze hadden tevens
te geestdriftig op sociale media ten aanval getokkeld. Maar traditioneel
werden de draaideurcrimineeltjes met een administratie reprimande en
een opgestoken vermanende vinger straffeloos terug naar huis gestuurd. Hun
schijnaanhouding dragen ze voortaan als een ereteken.
Het opengrenzenfront van neoliberale vrijhandelaars,
bleekwaterpolitici en mensenrechtenactivisten putte zich naar gewoonte terug
uit in platte excuses. “c’ était plus un coté festif” of “het was meer
aan de feestelijke kant” orakelde PS-burgemeester Philippe Close.
Toen Brussel in 2019 met Oudejaar naar jaarlijkse traditie
in de fik gestoken werd door multicultureel gespuis, vond Molenbeeks PS-burgemeester Catherine Moreaux dat die
jongeren ook recht hadden op hun vuurwerk. Brussels korpschef Jurgen De
landsheer zocht de groeiende oorzaak van het wantrouwen tegen de politie
zelfs bij een late reactie op de vrijheidsbeperkende maatregelen van de
covidepidemie. Nergens in het land werden de covidteugels echter zo vrij
gelaten als in onze hoofdstad. In Molenbeek was amper 35% van de bevolking
gevaccineerd. Je kon er nochtans ingeënt worden op de parking van een supermarkt, tussen het
inkopen doen door, en de mondmaskerade was er een publiek lachertje. Van
het padje af.
De Standaard van 1 juli drukte traditioneel
pagina’s vol vergoelijkingsletters: “Zoek
het niet te ver en geef migranten werk. Als we niet in staat
zijn om migranten een job te geven dan moeten we niet verbaasd zijn dan de
rellen overslaan naar Brussel.” Op de redactie van die woke-krant weet
men blijkbaar niet dat de arbeidsmarkt uitpuilt van de vacatures; van
bordenwasser in de Brusselse Beenhouwersstraat tot universitair geschoolde
IT’ers in de Financietoren. Om militair te worden hoef je bij wijze van spreken
zelfs geen getuigschrift van Lager Onderwijs meer voor te leggen, een geslaagde
cursus zindelijkheidstraining volstaat.
Er bestaat nagenoeg geen (jeugd)werkloosheid meer, maar er
tiert wel een welige vorm van door de staat gesubsidieerde werkafkerigheid. Er
is ook totaal geen gebrek aan gratis scholings- en opleidingsmogelijkheden,
maar er heerst wel een epidemie aan chronisch spijbelgedrag en gebrek aan
ouderlijk gezag. De staat bemoeit zich met sociale huisvesting, gratis medische
verzorging en een stoeterij aan vervangingsinkomens en premies. Ze geeft
massa’s subsidies om niets te doen, maar verzuimt haar verantwoordelijkheid op
het ene gebied waar haar verantwoordelijkheid absoluut onvervreemdbaar is,
namelijk recht en orde.
Hoe vaak de bewoners ook hun eigen nest bevuilen, de staat
betaalt altijd het herstel, waarmee het zijn mededogen en bekommernis hoopt te
tonen, en hen opsluit in zelfbeklag en vals slachtofferschap. Maar alleen als
de sluier van zelfbedrog van hun ogen wordt gerukt kunnen ze de kwaliteit van
hun leven verbeteren. De afwezigheid van recht en de weigering om deel te nemen
aan een echte economie betekent in de praktijk dat er een zwarte economie
woekert en een informeel wettelijk systeem dat gebaseerd is op diefstal en
drugshandel.
Relallochtonen die hier de boel ophitsen, lijden
allen aan smerissenkoorts en idealiseren een verachtelijke
nihilistische cultuur van wanhoop, geweld en misdaad. Telkens er eén van hen
botst met de politie, ook al is het een crimineel, komt een spiraal van geweld
op gang omdat ze zich bedreigd voelen in hun cocon van wetteloosheid. Niets
verrechtvaardigt doorgeschoten vuurgedrag van ‘de Flikken‘, maar
dagelijks behandeld worden als witte weekdieren, beseffen dat vervolging
nauwelijks de moeite waard is vanwege de ontoereikende straffen die volgen op
een zeldzame veroordeling van de criminelen, op je tenen lopen voor
beschuldigingen van al of niet vermeend racisme, het schuldig verzuim van je
politiek correcte bazen… Het zijn allemaal zaken die nopen tot verzachtende
omstandigheden.
Het auto-racistisch denken en de cultuur van zelfafwijzing
werden ons opgedrongen door een verdwaasde linkse vergoelijkingslobby. Een
voorname oorzaak van de etnische spanningen, van de multiculturele rellen en
van de straatjihad is de afwezigheid van het verlangen om Belg te zijn, en om
samen een samenleving te vormen.
Het probleem van meerlagige identiteiten werkt verstikkend.
Als Marokko een voetbalmatchke speelt in Qatar, wordt Brussel gebrandschat, van
vreugde bij winst, van frustratie bij verlies. Veel Turken en Marokkanen van de
twee of derde generatie zijn nooit Belgen geworden. Ze genieten hier nochtans
van een veel hogere levensstandaard en consumptiepatroon dan ze zouden hebben
in de landen waar hun ouders en grootouders vandaan komen.
We betalen de prijs voor decennialang wegkijken,
dhimmitudegedrag en zelfdestructie; voor de gevolgen van de ongecontroleerde
massamigratie en de islamisering van ons West-Europees continent, dat een
belangrijke rem blijft op integratie. Door de import van armoede,
achterlijkheid en amok uit de derde wereld werd hier een vierde wereld
gecreëerd.
Het blijft een pijnlijk en onloochenbaar feit dat veel
aspecten van die culturen onverenigbaar zijn met de normen van een liberale
democratie en met de juridische en filosofische grondslagen ervan. Immigranten
verrijken onze cultuur, maar alleen als ze zich daarbij voegen, en niet als ze
zich eraan onttrekken of zich ervan afscheiden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten