Archief

zondag 16 oktober 2022

De Vlaamse middenklasse is de ruggengraat van onze verzorgingsstaat

 ‘De werkende Vlaming draait op voor de asymmetrische arbeidsmarkt in dit land’, schrijft Kamerlid Jean-Marie Dedecker naar aanleiding van het akkoord over de begroting dat de federale regering afgelopen week presenteerde.

Het gat in de federale begroting is 23 miljard euro groot. Als we de put van de regionale regeringen erbij tellen zitten we al aan 34 miljard. De regering-De Croo heeft nu 4 miljard bijeengeharkt om de put een beetje te dempen, pleisters op een houten been. De Vivaldi-ministers zullen ook 8 procent van hun wedde inleveren, of correcter: hun laatste loonindexeringen teruggeven. Platte populistische symboolpolitiek, eerder een vorm van schaamtegevoel, een schuldbekentenis voor hun wanbeleid dat een riante verloning onwaardig is.

De Open VLD van premier De Croo had enkele maanden terug nog plots een plan om onze schuldgraad te halveren. Ze wilde zelfs een verbod op rode begrotingscijfers vanaf 2027. Als de blauwe vos de passie preekt, boer pas op je ganzen. Op federaal niveau zit het blauwe luchtblazersensemble al sedert 1999 in de regering en in Brussel levert het al even lang de begrotingsminister. De financiële toestand is er niet alleen ernstig, maar hopeloos. Het is zo ontspoord dat het Rekenhof haar rekeningen niet meer wil nakijken.

PS-minister van Pensioenen Karine Lalieux liet verstaan dat ze er prat op gaat dat ze de federale fondsen van de overheidsprojectontwikkelaar Beliris reserveerde om enkele Brusselse gemeenten, waar de PS de plak zwaait zoals in Molenbeek, royaal te bedienen. Niet dat Beliris er zo warmpjes inzit. De kosten voor de aanleg van een stukje nieuwe metrolijn, die begroot werden op 809 miljoen euro, worden nu al geraamd op 2,3 miljard, het driedubbele. Het zal daarenboven het aantal gereden autokilometers in de stad met slechts 0,6 procent doen afnemen.

Cliëntelisme en favoritisme zijn vaste ingrediënten in de politieke soep van de Ketjes. Onder de eerste twee jaar van minister Sven Gatz als begrotingsminister steeg de schuld van Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 6,4 miljard naar 9,5 miljard euro (+48,8%), dit met jaarlijks slechts 5 miljard aan ontvangsten. (Cijfers INR). Het Brussels beleid is een armoedegenerator. Het Brussels energiebedrijf Octa+ stopte er haar activiteiten omdat de wanbetalers zo beschermd zijn door de doorgeschoten wetten van het OCMW dat het voortbestaan van het bedrijf in het gedrang kwam. Er schieten nu nog twee leveranciers over die het ook beu zijn, omdat ze enkel contracten met een minimumlooptijd van drie jaar mogen aanbieden, en ook nog zelf moeten opdraaien voor wie zijn factuur niet betaalt.

De Brusselse en Waalse regeringen beheren vandaag hun financiën zoals de Franse koning Lodewijk XVI in 1789. De Franse staat zou in dit revolutionaire jaar 475 livre ontvangen en 587 livre uitgeven, met als gevolg…een gat in de begroting van 112 livre. De berooide vorst met absolute macht had daar bovenop nog een leninglast van 1,25 miljard pond. Louis XVI eindigde op de guillotine, onze Franstalige regenten potverteren hier echter voort. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest torst nu al 8 miljard euro schulden. De schuldgraad  van Wallonië bedraagt 265% van haar inkomsten, die van België 123% en deze van Vlaanderen 96%. Het geld wordt verdiend in Vlaanderen en uitgegeven in Wallonië. Belfius, sedert 1991 de thuisbankier van Wallonië, wil haar kassierscontract met dit Gewest maar met twee jaar verlengen tot eind 2024, omdat ze twijfelt aan de solvabiliteit van de Waalse regenten, en vreest dat de verspilzuchtige communisten van de PVDA wel eens aan de macht zouden kunnen komen. Op de Waalse begroting van 2022 staat er 15.509 miljard euro aan inkomsten, maar 19.643 miljard aan uitgaven. De staatsbank berekende dat de schuld van Wallonië tegen 2030 zal oplopen tot 50 miljard euro, of 280% van haar inkomsten.

In onze hoofdstad leeft volgens cijfers van de Brusselse welzijnsbarometer en Statbel één op de vijf volwassenen (tussen 18 en 59 jaar oud) in een gezin waar in 2020 niemand ooit betaald werk heeft verricht. In Wallonië is dat 17% en in Vlaanderen amper 7%. Vijftien procent van de jonge Walen tussen 18 en 25 jaar zit niet op een school, niet in een opleiding of heeft geen job. Niet minder dan 44,2% van de 25 tot 64-jarigen met een nationaliteit van landen buiten de Europese Unie is hier noch aan het werk, noch op zoek naar werk. Dit is 15% boven het EU-gemiddelde van 29%. Ook daar is Brussel terug koploper. Niettegenstaande er zelfs doorgeslagen maatregelen op het schap liggen om toch je werkloosheidsuitkering te behouden als je aan de slag gaat. Maar de Ring over steken om één van de meer dan duizend vacatures voor laaggeschoolden in te vullen op de luchthaven van Zaventem is te veel inspanning gevraagd. Dit terwijl onze arbeidskosten met 5,7% een heel pak sneller gestegen zijn dan in Duitsland en in Frankrijk.

Vijf procent van onze jobs geraakt nochtans niet ingevuld, in de EU is dit de helft of 2,5%. Per vacature zijn er minder dan twee werkzoekenden beschikbaar. Die spanningsreactie is in West-Vlaanderen op sommige plaatsen zoals in de regio Diksmuide zelfs minder dan één. Er zijn in ons land 22% inactieven, in Nederland en Duitsland is dat 16%. Niettegenstaande oeverloze sociale overleggen, ontelbare traktaten over arbeid en dito werkgelegenheidsconferenties zijn er 1.667.000 Belgen op beroepsactieve leeftijd niet aan de slag. Kurieren am symptom.  

Op 12 jaar tijd is de groep langdurig arbeidsongeschikten (langer dan één jaar) verdubbeld tot 500.000, met een toename van 20% in 4 jaar tijd, onder meer te wijten aan burn-outs en depressies. Volgens het Rekenhof kost dit jaarlijks 9,3 miljard euro! Werkzoekenden die begeleiding blijven weigeren, en het zelfs obstinaat vertikken om daarvoor een formulier in te vullen, verliezen amper 2,5% van hun uitkering. Een borrelnootjesstraf en een slag in het gezicht van alle werkwilligen. Er zijn zoveel mensen afhankelijk van subsidies, vervangingsinkomens, evenals van werk en inkomen van de overheid dat politici beseffen dat pleiten voor een efficiëntere en daadkrachtige overheid stemmenverlies zou betekenen.

De werkende Vlaming draait op voor die asymmetrische arbeidsmarkt. Met 40,9% is de impliciete belasting op arbeid – op Italië na – nergens hoger dan in ons land. De belastingdruk op het loon van een alleenstaande is op een jaar tijd nog met 0,4% gestegen, van 52,2% in 2020 naar 52,6% in 2021. Het hoogste van alle OESO landen, waar het gemiddelde op 34,6% ligt. Als meer dan 50% van je loon naar de staat gaat, werk je dan voor de overheid of voor jezelf? Ons overheidsbeslag is een wereldrecord, 54% van wat we produceren wordt aangeslagen door de staat.

In tegenstelling tot het links geweeklaag is het riedeltje van “de sterkste schouders moeten de meeste lasten dragen” hier zelfs tot norm verheven. De rijkste 1% van onze belaste burgers betaalt 12,3% van de belastingen. De rijkste 10% betaalt 47,9%. De rijkste 50% of de helft betaalt 94%. De andere helft betaalt nauwelijks 6% van het totaal! De middenklasse is de ruggengraat van onze verzorgingsstaat die bestaat dankzij de solidariteit van deze groep met de minderbedeelden. Ze betaalt altijd het gelag, want ze bestaat uit diegenen die altijd genoeg verdienen om belasting te betalen, maar ook altijd teveel om van allerlei premies en subsidies te kunnen genieten.

Je zou voor minder aanhanger worden van William Gladstone. Deze 19e -eeuwse Britse premier vond belastingen immoreel, omdat ze bestuurders aanzetten tot extravagante uitgaven zodat belastingplichtigen tot fraude aangezet worden om eraan te ontkomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten