'Humor en satire zijn het
ventiel waarlangs de spanning in de maatschappij tracht te ontsnappen',
schrijft Jean-Marie Dedecker na de discussie die ontstond over het Aalsters
carnaval dit jaar.
Na twee weken carnavalesk gekletter
is de opiniekaravaan eindelijk voorbij getrokken en de blaffende honden zijn
terug eventjes gaan liggen. Een paar dagen na de 'voal jeanetten' en het
'sabbatjoor' van carnavalsgroep de Vismooil'n in Aalst trok op
haar beurt een stoet van beroepsfeministes en verongelijkte syndicale
vrijgestelden, die van #metoo hun beroep gemaakt hebben, door de Brusselse
straten. 'Hou je bek en bef me', zingt de Nederlandse zangeres Merol,
ondertussen moeten we onze mond houden en 'vergenderd' toekijken. De
beangstigende bekrompen wereld van de pensée unique is nu weer voor
eventjes uitgeraasd. Op naar het volgende opstootje want er is altijd wel een
of andere etnische, religieuze, gender- of belangengroep die zich in het kruis
getast of aan de neus getrokken voelt.
Zelfs
folklore leeft nu op gespannen voet met de tijdsgeest. Ons Unesco Cultureel
erfgoed heeft niet alleen last van lange neuzen en pijpenkrullen, maar ook van
lange tenen.
De joden worden sedert 1170 al
afgebeeld met een haakneus. Karikaturale stereotypen hebben een lange
geschiedenis: 'negers' met dikke lippen en kroeshaar, gele Aziaten met
spleetogen en roodhuiden met veren. 'Ik wil dat
Duitse kinderen cowboy en indiaan kunnen spelen zonder cultureel gevoelig te
moeten zijn', zei Annegret Kramp-Karrenbauer, de opvolgster van
Angela Merkel, en kersverse voorzitster van de Duitse CDU, vorige week, toen 'Winnetou & Old Shatterhand', de creaties van Karl May, in
Hamburg naar huis werden gestuurd omdat hun stereotiepe carnavalskostuums te
gevoelig lagen.
Er zijn echter nog historische
zekerheden. Wie het afbeelden van Mohammed overleeft, wacht een levenslange
doodsreutel in de vorm van een fatwa. De huidige revival van het antisemitisme
in West-Europa heeft ook te maken met de toenemende immigratie van moslims in
onze contreien. Alleen mag dit niet meer gezegd worden door onze multiculturele
cultuurmarxisten. Kritiek op migratie en de uitwassen ervan, wordt immers
gelijkgesteld aan 'haat zaaien', en verworden stilaan tot een strafbaar feit.
Antisemitisme wordt per definitie in de schoenen van (extreem)rechts geschoven,
en dikwijls terecht, maar kent ook bij moslims een lange traditie, sinds
Mohammed in 629 alle joodse mannen in de landbouwoase Khaylar liet vermoorden
en hun vrouwen tot slaaf maakte. Bij de verovering van Medina werden alle
joodse mannen van de clan Banu Quraza onthoofd. In de meeste islamitische
staten werden de joden sindsdien aangewezen op een overlevingsstrategie.
Anti-judaïsme werd ook eeuwenlang
gepropageerd door de katholieke kerk omdat de joden verantwoordelijk waren voor
de dood van Jezus. Het werd antisemitisme in de 19e eeuw met
als weerzinwekkend hoogtepunt de Holocaust door de nazi's en de fascisten.
Professor sociologie Ruud Koopmans komt in zijn boek 'Het vervallen huis
van de Islam' tot de conclusie dat de huidige orthodoxie binnen de islam ook
gepaard gaat met een vijandige houding tegenover de Joden. Hij
voerde onder meer een onderzoek uit in zes Europese landen naar religieus
fundamentalisme en vijandigheid ten opzichte van andere groepen. 'Daarin gaf 45
procent van de moslims (40 procent in Nederland en 57 procent in België) aan
dat volgens hen joden niet te vertrouwen zijn. Onder de autochtone bevolking
was 'slechts' 8 procent die mening toegedaan.'
Ook andere cijfers uit zijn boek doen
de wenkbrauwen fronsen. 'Meer dan 70 procent van de fundamentalistische moslims
in de zes West-Europese landen die ik onderzocht, vond dat joden niet te
vertrouwen zijn, terwijl van de niet-fundamentalistische moslims 'maar' 28
procent die mening was toegedaan', schrijft Koopmans. Het zijn beschamende
cijfers.
Sommige Joden doen er zelf ook veel
aan om alle kritiek op antisemitische leest te schoeien: vandaag wordt kritiek
op het zionisme of op de apartheidsstaat Israël al als antisemitisme beschouwd,
en wordt de Holocaust volgens de jood Norman Finkelstein niet zelden misbruikt
voor politiek en zelfs financieel gewin. Lange tenen hebben, loont.
Het wordt echter beangstigend als
buitenstaanders mogen zeggen waarmee we mogen lachen en waarmee niet. Carnaval
is het feest van de vrije meningsuiting waarin de draak kan gestoken worden met
iedereen tot in het absurde, al is het smakeloos en beledigend of
briljant-satirisch en vlijmscherp. Het is echter altijd beperkt in tijd en
plaats, van vastenavond tot de stoeterij. Humor en satire zijn het ventiel
waarlangs de spanning in de maatschappij tracht te ontsnappen. Door de
overstretching aan politieke correctheid wordt de bekrompenheid en
onverdraagzaamheid echter almaar groter. Afvalligen worden bij voorkeur
monddood gemaakt, gestigmatiseerd tot racist of negationist. Wie kritiek heeft
op de Klimaatkerk komt op de lijst van ketters, en wordt als een
klimaatnegationist gebrandmerkt. De connotatie met het woord holocaustontkenner
is dan nooit veraf. We worden gedwongen genderneutrale newspeak te
neuzelen uitgedokterd door onzijdige geesten.
Pas als de
pijnlijke lagen van het verleden zichtbaar blijven, worden we er mee
geconfronteerd, en kunnen we ze ontleden, en er lessen uit trekken.
Carnavalisten kunnen een masker
dragen om ongestraft hun mening en frustraties te uiten, nu worden de narren
weerom gemuilkorfd. 'Je mag tegenwoordig het woord pisnicht niet meer gebruiken of je bent
homofoob...' zegt cabaretier Youp van 't Hek in De Morgen. 'Ach
flikkker toch op! Je hebt nichten en je hebt pisnichten-dat zijn gewoon nichten
die de hele dag lopen te zeiken, klaar.'
De jaarlijks terugkerende opgefokte
zwartepietendiscussies zijn nog maar pas achter de rug of we moeten onze
geschiedenis al herschrijven om de nieuwkomers niet voor het hoofd te stoten of
op hun tenen te trappen. De restitutie van kunstwerken uit het Afrika Museum in
Tervuren is de volgende racistische zeurstok. Inhoudelijk is er wat te zeggen
over repatriëring van koloniale roofkunst, maar zullen die stukken dan niet
eerder hangen in de privécollectie van een Chinese tycoon dan in een museum in
Kinshasa, aan de man gebracht door corrupte Congolese kleptokraten? De
geschiedenis van de een moet wijken voor de historie van de ander.
Groepsdwang leidt tot een
opflakkering van de eigen identiteitspolitiek. Woorden worden gebruikt als
steekwapen en er wordt telkens heftig op de spleettrommel geroffeld. Het lijkt
erop dat ons koloniaal verleden uitgevlakt moet worden om het zogenaamde witte
privilege te ontmaskeren. Maar pas als de pijnlijke lagen van het verleden
zichtbaar blijven, worden we er mee geconfronteerd, en kunnen we ze ontleden,
en er lessen uit trekken.
Onze staatszender zal voortaan
'duiding' geven op de radio als er deuntjes van pedofiel 'Wacko Jacko'
afgespeeld worden. Mogen we nog luisteren naar muziek van Wagner? Mogen we de
Kus van de promiscue Klimt nog bewonderen om zijn schoonheid? Mogen we nog de
romantische pedagoog J.J. Rousseau lezen, wetende dat hij zijn vijf kinderen
liet verhongeren in een weeshuis? Mogen we ons nog inlaten met
Verlichtingsfilosofen als Hume, Kant, Montesquieu of Voltaire die stuk voor
stuk geloofden in een rangorde van de rassen? Of mogen we deze laatste toch blijven
bewonderen voor zijn strijd voor de vrije meningsuiting, die voor mij absoluut
is?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten