Duik even mee met mij in het dagboek van een pendelaar: Al
bijna een periode van een voldragen zwangerschap rijd ik nu van en naar het
werk met de fiets. Dat doe ik met zo'n elektrische stamper, een speed pedelec
die theoretisch 45 km/u kan rijden. Deze keuze was logisch, want ik woon in het
polderdorpje Lombardsijde en werk aan de haven in Zeebrugge. De snelheid en het
stroomverbruik van mijn tweewieler zijn echter louter theoretisch, en doen mij
denken aan 'dieselgate'. Het verbruik op de stand 'eco' bijvoorbeeld, is
normaal, en op de stand 'standard' abnormaal. Wat ik als drager van de
familienaam Standaert wederom als een bevestiging zie.
Ik rij niet meer met de auto van en naar het werk, en ook
niet met het openbaar vervoer. Het is drie uur sporen met de kusttram en ik
werk in schiften, in dag- en nachtdiensten, op zon- en weekdagen. De
slakkenrace achter de andere hoestbuien op vier wielen langs de enige
toegangsweg van de centrumstad Oostende was altijd al een tijdrovende
bezigheid, want de doorgang is er beperkt tot één rijstrook omdat de andere
rijstrook gereserveerd wordt voor het openbaar vervoer. De lijnbussen lijken
nochtans vooral gevuld met passagiers uit de doelgroep van het ter ziele gegane
Zilverfonds, omdat het hun tijd verdrijft, de verwarming ook wel prima is, en
omdat dat de schabouwelijke dienstregeling hun niks kan schelen.
Ik stelde vast dat 'geduld' een grote afwezige is in mijn
karakter. Maar ik liet vooral mijn auto op stal nadat ik twee keer wakker werd
op het linkerrijvak van de E40 ter hoogte van Jabbeke richting Veurne,
ingedommeld na een nachtelijke dienst. Ik ben geen klimaatflandrien maar
besloot het anders te gaan doen, met de fiets dus. Geen overtands vehikel met
zo'n plakkaatje onder mijn zadel van 'Nog een auto minder', neen, een heus
ecologisch aangedreven stalen ros, want zo'n spreuken doen me denken aan een
duister regime van een aantal decennia geleden aan de overkant van de Rijn. Ook
het plakkaatje van 'Koning fiets' zal ik er nooit hangen, want ik gedraag me
niet als een despotische vorst die het alleenrecht van de openbare weg opeist.
De morele superioriteit van fietsers en vegetariërs die
met de bakfiets naar een biowinkel karren waar een scharrelei evenveel kost als
een pond varkensvlees, kan me gestolen worden. Ecologische bemoeizucht is me
vreemd. Maar mijn ecologische tweewieler is een prachtig alternatief. Het maakt
mijn hoofd leeg na een drukke wacht op mijn werk. Pedalerend ben ik lichamelijk
zo ook meer actief bezig, wat een pure noodzaak is met mijn zittend beroep.
Daarbovenop zie ik aan de kust - in het toeristisch seizoen, stampend langs de
campings - talrijke tafereeltjes waardoor ik niet meer moet afstemmen op een
commerciële zender met ellenlange reclameblokken om mijn dosis 'Temptation
Island' te inhaleren.
Diegene die
op het idee gekomen is om fietspaden aan te leggen in opstekende bakstenen,
heeft er wellicht nooit zelf over moeten rijden.
Toch zijn de Vlaamse wegen zoals het leven, vol obstakels
en vol putten waar we altijd vroeg of laat mee te maken krijgen. Diegene die op
het idee gekomen is om fietspaden aan te leggen in opstekende bakstenen, heeft
er wellicht nooit zelf over moeten rijden. Hoewel we nu blijkbaar een droge
periode meemaken zijn de talloze putjes buiten de regendagen ook gevuld met
water. Ze zijn gecamoufleerd als een verscholen paracommando, en zo ben ik al
ettelijke keren in een hinderlaag gelopen of - beter gezegd - gereden. Na
duizenden kilometers zijn een gebroken voorspatbord, een afgebroken
nummerplaathouder en een gescheurde borstspier er de trofeeën van. Ook de
strategisch geplaatste riooldeksels in de talrijke bochten van ons wegennet in
het nochtans vlakke Vlaanderen, doen me vermoeden dat er een speciaal daarvoor
bevoegde ambtenaar gesubsidieerd wordt, en mogelijk ook nog heimelijk
gesponsord wordt door de Orde van Geneesheren.
Tramrails
en riooldeksels zijn glad, de grond is hard, het Vlaamse mobiliteitsverhaal is
vol leed en smart.
Natuurlijk bestaan er ook mooie prachtige fietspaden zoals
de Driftweg tussen De Haan en Wenduine. Maar deze lijken voor joggers eerder
een denkbeeldige windtunnel, en zeker nu, na de feestdagen, moet ik er
slalommen tussen de berouwvolle vetverbranders terwijl 'hun' voetpad leeg
blijft... Vandaag heb ik in Blankenberge een slippertje gedaan. Niet met een
aangespoelde gepensioneerde weduwe in het legendarische cafeetje 't
Zwienekotje, neen, wel op een ordinaire tramrail, die me aan de wetten van
Newton herinnerde. Mijn knie doet me nu aan die laatste zijn appel denken. Toen
de oudjes me als klein kind in de wang knepen zeiden ze mij altijd dat ik het
fluwelen gezichtje van een Griekse god had, maar dan wel in de afwezigheid van
een goddelijk lichaam. Maar na mijn fietsavonturen ontwaren de mensen er eerder
de invloeden van Picasso in dan die van een Griekse tragedie. Daarom besluit ik
deze smartlap met het volgende: 'Tramrails en riooldeksels zijn glad, de grond
is hard, het Vlaamse mobiliteitsverhaal is vol leed en smart'.
Verkeersboetes
zijn een platte vorm van belastinginning geworden.
Toch blijf ik trouw aan mijn stalen ros. Mijn vriend
Ignasz is 72. Om zijn karig overlevingspensioentje wat aan te vullen is hij
gelegenheidschauffeur bij een vervoerbedrijfje, een mini-Ubertje dat
vakantiegangers naar de luchthaven brengt. Een luizenjobke voor een handvol
zakgeld. Hij werd geflitst om 4u10 's morgens aan de nonnenschool in Stavele,
een godvergeten gat in de Westhoek, waar je maar aan 30 km/u voorbij mag
suffen. Een boete ten bedrage van een paar etmalen nachtwerk, op een gezegend
uur dat er geen kind op de lege straat loopt en dat de grootste kwezeltjes nog
in de armen van Morpheus liggen, of in die van de onderpastoor.
Verkeersboetes zijn een platte vorm van belastinginning
geworden. Mensen die naar hun werk tuffen kunnen ze niet ontlopen wegens de
absurditeit van de handhaving en de willekeur van de regels. Met het alibi van
verkeersveiligheid worden we dag en nacht getild en achtervolgd. In 2017 vlogen 1.595.991 chauffeurs op de bon omdat ze te snel
reden, 27,5 % meer dan in 2016 toen er 1.252.172 bekeuringen uitgedeeld werden.
2018 is men nog aan het optellen.
Nu komen er nog trajectcontroles op de secundaire wegen.
Jackpotten die 24 uur op 24 de schatkist zullen vullen zonder rekening te
houden met tijd, plaats en omstandigheden. De politie profiteert mee: in Borgloon hebben ze met het geld uit het verkeerboetefonds
zitbanken en een grasmaaier gekocht om hun tuintje te onderhouden. Er
zitten straks meer uniformen achter een bureau om als tollenaars PV's te
verwerken dan er blauw rondloopt op straat. Volgens het verkeersveiligheidsinstituut Vias zullen daarom ook
privébedrijven straks flitscontroles mogen uitvoeren. Dividenden
gegarandeerd.
Ik hou het daarom eerder bij een paar geschaafde knieën en
af en toe een nat pak op mijn tweewieler, dan bij een lege portemonnee door de
achtervolgingswaanzin van de pakkemannen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten