Monseigneur,
Sta me toe u te tutoyeren. Het bekt beter en het is vooral warmer in de omgang. Ik ken je nog van de tijd dat we samen in de Senaat zetelden, ik als verkozene des volks, jij van rechtswege. Zetelen is eigenlijk een veralgemening. Je bent amper één zitting komen opdagen om je inauguratierede bij je eedaflegging te komen voorlezen. Het ging over je ecologische zielenroerselen, uitgeschreven door je mentor professor Rik Van Aerschot. Samen met vele anderen heb ik er niets van begrepen, maar - naar verluidt - jij toen ook niet.