Archief

zondag 22 mei 2022

Neemt flinkse Conner de bocht naar rechts?

 ‘De verontwaardiging van Conner Rousseau over Molenbeek is valse schijn’, schrijft Jean-Marie Dedecker.

Op 6 mei was het precies twintig jaar geleden dat Pim Fortuyn in Hilversum lafhartig werd vermoord. Door zijn kritische provocerende discours over de ongebreidelde migratie met haar criminele uitwassen was de Nederlandse flamboyante homoseksuele dandy razend populair geworden, en stond hij torenhoog in de peilingen op de vooravond van de verkiezingen. Hij vond dat Nederland “vol” zat, dat de islam een achterlijke godsdienst was, en dat het tijd werd dat we de strijd voor de waarden van de Verlichting tegen het moslimextremisme moesten voeren. Hij kwam op voor een “leefbaar Nederland”, tegen de demonisering van het vrije woord en de stigmatisering van zijn gebruikers. Hij waarschuwde voor de “omvolking”,  voor de onbekommerde nonchalance die we godsdienstvrijheid noemen, en voor de demonen van de politieke correctheid met hun grote censuurscharen en gesluierde hoofden.

Hij was een pain in the ass voor het radeloze establishment, de linkse kerk en de rentmeesters van het Hollandse poldermodel, maar razend populair bij diegenen die in de maatschappelijke frontlinie stonden, en die vaak in de moeilijke, multiculturele, buurten woonden. Zijn kruisiging werd volbracht door een kogel van links, afgevuurd door milieuactivist Volkert van der Graaf. Voor sommige multiculturele dwaallichten zoals onze nationale hondenliefhebber en radio-en tv-reporter Chris Dusauchoit, gaf de moord op Pim Fortuyn ‘geen slecht gevoel’. In een interview met Ben Crabbé klonk zijn hondenfluitje als volgt:  “Euh…wel laat me zeggen dat ik daar toch een kleine bedenking bij had. Ik herinner mij toen het nieuws mij bereikte-ik was aan het koken-en ik had er toch geen slecht gevoel bij. Ik dacht van: erger kwaad is voorkomen. Eigenlijk dacht ik om eerlijk te zijn: one down, twenty to go…”  Ben reageerde als door een hond gebeten..

De herinnering aan Fortuyn overviel me, niet alleen door de herdenking van die morbide verjaardag, maar vooral door het hondenfluitje van the new kid on the block Conner Rousseau, die door een tochtje in hellhole Molenbeek dacht dat hij verdwaald was in eigen land. Een normale waarneming voor elke modale burger die door de Brusselse wijken kuiert, maar blijkbaar nog een openbaring voor de wereldvreemde loftsocialisten. Als het over multicultuur, diversiteit of de islam gaat, is de linkse verbindingsbrigade al decennialang lang bereid om het licht van de zon te ontkennen, en het grootste onrecht tot recht om te buigen. Men gedraagt zich als een echokamer voor een onverdraagzame, discriminerende en polariserende ideologie. Zo moest de gelijkheid van vrouwen wijken voor een cynisch hoger belang: de stem van de moslim winnen in een pervers electoraal opbod. In de rode heilsleer is het werknemerssocialisme al jaren vervangen door het doelgroepensocialisme van allerhande gediscrimineerde roepers.

Daarnaast is het bij de socialisten net zoals bij de andere Vivaldisten ideologisch armoe troef, uitgeteerd door jarenlange machtuitoefening. De onlangs overleden Arno zei het al in 2011, op het concert ”Niet in onze naam” in de Brusselse KVS: “Wake-up motherfuckers, er is meer socialisme in een coiffeurssalon dan bij de socialisten” en hij toonde prompt zijn kont aan het publiek.

“Vooruit” de erfgenaam van SP.A heeft ook nauwelijks een maatschappelijk project. Het probeert haar partijprogramma te redden door het uit het voetlicht te houden, en door haar voorzitter in de schijnwerpers te zetten. Glitterboy Conner Rousseau valt in de smaak van de jongeren door zijn tiktokturbotaaltje, zijn coole gympjes en zijn  blitse shirts maar niet door zijn ideologie. Dit beperkt zich van oudsher tot de roep voor hogere pensioenen en meer salaris voor Debora, terwijl de socialisten -op een paar uitzonderingen na- al een halve eeuw lang de minister van Pensioenen en Arbeid leverden. Hij wordt aangestaard door non-binaire beugelbekjes die kijken als een konijn naar een lichtbak, met ogen als schoteltjes waarop je de VTM van de planeet Mars zou kunnen ontvangen. Alles in het teken van marketing. Het witte onderlijfje van teletubbie Patrick Janssens revisted. Alles wat gezegd of gedaan wordt, wordt berekening, en zie, het lukt.

Conner reed met zijn wagen door Hell hole Molenbeek en dacht dat hij door de soeks van Casablanca kachelde. Zijn vaststelling veroorzaakte minder ophef dan de “dansende moslims” van Jan Jambon, maar meer heisa dan de woorden van zijn leermeester Louis Tobback, in 1991, ook in Humo: ‘Asielzoekers die hier als meeuwen op een stort komen zitten, omdat het makkelijker is dan thuis te vissen of grond te verbouwen, dienen systematisch te worden uitgewezen.’ Flinkse Conner is nochtans niet aan zijn proefstuk toe. Hij had tussen zijn tanden al een keer gefluisterd dat moslimmeisjes onder de 16 jaar van hem ook geen hoofddoek zouden mogen dragen op school. Het doel van Connerke is nochtans eenvoudig: hij wil nu de weggelopen kiezers uit de socialistische stal terughalen van het Vlaams Belang. Dat zijn niet de bakfietsers die met de voeten kunnen stemmen en in de stadsranden gaan wonen zijn, maar het zijn diegenen die in de maatschappelijke frontlinie staan, en onder andere de nadelen van de multiculturele linkse zegeningen dagelijks aan den lijve ondervinden. Sociaal zwakkeren die de integratiedrift van de politiek-correcte beroepswauwelaars met de grote censuurscharen kotsbeu zijn. Rousseau is zijn mosterd gaan halen in Denemarken, waar de sociaal Democraten een migratiebeleid voeren waarbij Tom Van Griekens volgelingen zelfs verbleken.

Eigenlijk is de verontwaardiging van Rousseau over Molenbeek valse schijn. Het woord omvolking neemt hij net niet in de mond, te zwaar beladen. Maar als hij nog wat verder door Brussel zou rijden zijn er plaatsen genoeg waar hij dit sentiment zou ervaren, van Kuregem tot Sint-Joost-ten-Node. Enclaves die net als Molenbeek afgegleden zijn tot (islamitische) getto’s, zijn het gevolg van decennialang doorgeslagen socialistisch bewind van pamperen en nat houden onder leiding van PS-bestuurders zoals de dynastie-Moureaux. De gemiddelde tijd op een wachtlijst voor een sociale woning is er 12 jaar. Het gemiddelde inkomen ligt er 43,1% onder het nationaal gemiddelde. De arbeidsparticipatie ligt er nauwelijks op 62,2%  De werkloosheidsgraad is er torenhoog, tot zelfs 44,2% bij de niet EU-migranten.

Leden van het beheerscomité van Actiris (De Brusselse VDAB) stellen zelf onomwonden dat een werkloosheidsuitkering in de hoofdstad een “een win for life” is voor niet-werkwilligen, terwijl er alleen al in Zaventem duizenden vacatures zijn. Homofobie en criminaliteit tieren er welig. De ruiten van de Brusselse pompier- en ziekenwagens worden er met een folie versterkt om ze te beschermen tegen relschoppers allerhande, van stenengooiers tot vuurpijlschieters. Politiekantoren en – wagens worden met molotovcocktails bestookt. De beelden zijn zo vertrouwd dat het nog nauwelijks media-aandacht lijken op te wekken. De toestand is blijkbaar hopeloos maar niet ernstig.

Rousseau mag uit zijn sloefkes schieten en zevenmijlslaarzen aantrekken om recht te zetten wat het islamo-socialisme jarenlang heeft scheef getrokken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten