Sedert het ontstaan van de mensheid hebben er nochtans altijd al volksverhuizingen plaats gevonden ten gevolge van klimatologische omstandigheden. Droogtes en overstromingen hebben altijd regionale storingen veroorzaakt. Mensen hebben altijd hun voedselproductie en de biotoop waarin ze het gemakkelijkst gedijen achterna gelopen. Dieren ook, of het nu naar warmere of naar koudere streken was. Toen de aarde opwarmde op het einde van de laatste ijstijd, trokken de rendieren vanuit Zuid-Europa naar het koudere noorden. Zo niet waren ze uitgestorven. Door de klimaatverandering was het leven op de oostelijke steppen in de vijfde eeuw na Christus ondraaglijk geworden. Samen met de gesel van de meedogenloze Hunnen van Attila, die zich zelf gedroegen als dieren op twee poten, zette dit een volksverhuizing van ongekende omvang in gang van het Oosten naar het Westen. Klimatologische factoren hebben altijd al bijgedragen tot de opkomst en de ondergang van hele culturen. Ook het verdwijnen van de Maya's of de val van het Romeinse Rijk werden daar deels mee in verband gebracht.