Archief

maandag 13 juli 2015

Als de zon in de zenit staat, stroomt de rampspoed door de media

Als het kwik stijgt, stroomt de rampspoed door de massamedia: van uitdroging en tekenbeten tot smogalarm en zonnesteken. Terwijl we juist vrolijk zouden moeten zijn, vindt Jean-Marie Dedecker.

Het kwik steeg de laatste weken boven de 30 graden. Het waren mooie warme, wolkeloze zomerdagen, bezwangerd met de geur van bloesems, dagen dat je je gelukkig prijst dat je leeft. Bij zulke dagen verwacht je dat het avondnieuws ons vrolijk rondhuppelende konijntjes en lammetjes zou laten zien, en joelende kinderen met smeltende ijsjes in het park, of soezende bejaarden op een zitbank op een openbare hangouderenplek. Maar je ziet daarentegen een roedel journalisten die zich uitsloven om een watermaatschappij te overtuigen dat het leuke weer al vlug tot een watertekort en een sproeiverbod zal leiden. Als dat niet lukt bellen ze naar het plaatselijke bejaardentehuis om te kijken of er nog geen uitgedroogde negentigjarige de geest heeft gegeven, of naar het ziekenhuis om te informeren naar het eerste slachtoffer van een zonnesteek, een kwaadaardig melanoom of een tekenbeet.

Experts raden je aan om je broekspijpen in je sokken te stoppen en je te verschuilen onder de keldertrap. We worden onmiddellijk gewaarschuwd dat we opgeslokt zullen worden door het gat in de ozonlaag of wegteren in onheilspellende heidebranden. Ze bellen naar Natuurpunt of er al gevallen gemeld zijn van botulismeslachtoffers onder de steltkluten, de meerkoeten en de knobbelzwanen. Drama verkoopt en dierenleed vertedert. De Boerenbond staat al klaar om Europese subsidies te vragen voor de op til zijde sprinkhanenplaag. We mogen drinken, maar alleen maar water. Te veel frisdrank doodt zo al 396 Belgen per jaar. Volgens de Tuft University in het Amerikaanse Boston sterven er dagelijks zelfs wereldwijd 504 mensen door frisdrank. Hoeveel er sterven door gebrek aan vocht, snakkend naar een frisse cola, wordt niet vermeld.

Experts raden je aan om je broekspijpen in je sokken te stoppen en je te verschuilen onder de keldertrap.

Nog efkens en het is smogalarm. Het doet ons verplicht voort tuffen op de snelwegen aan een slakkengangetje van 90 km per uur. Niet dat het voor het milieu iets oplevert. Maar we voelen er ons goed bij, of liever, de klimaatreligie verplicht er ons goed bij te voelen, want we hopen dat Teddy IJsbeer door dit zoenoffer nog tot het einde der tijden een iglo heeft. De schemerige wereld van het milieuactivisme wil ons immers doen geloven dat de ijsberen op de Noordpool aan de Cuba Libre zitten en een factor 50 op hun pels moeten smeren. Prozac voor ons eco-geweten.

Rampetampen op Ibiza

Terwijl we met z'n allen vrolijk zouden moeten zijn: hoe warmer de dagen, hoe meer huid we zien. Ik verheug me om rond te kuieren op de catwalk van de onthullende zomerkledij op het ogenblik dat mijn neergaande lijn naar het bejaardentehuis al een eeuwigheid geleden mijn opgaande lijn naar volwassenheid heeft gekruist. Op de hitlijst van zaken die belangrijk zijn voor een man staan borsten nog voor zuurstof en eten. Vandaar. Onze verzorgingsstaat behandelt ons echter als onnozele kinderen en tracht met de mythe van de veiligheidsstaat alle risico's uit ons aardse bestaan te bannen. Ophokplicht voor onze bejaardenberg, die vlugger dreigt te smelten dan de boteroverschotten. Rollators mogen hier dan enkel nog met de handrem op. De bemoeistaat staat haaks op de realiteit. Onze Benidorm Bastards overwinteren aan de Spaanse Costa's tot in het half-tropische Tenerife, waar je op de flanken van de Tiede in volle zon een ei kunt bakken op de treeplank van een bejaardenkar. Of meer nog, ze verkassen naar donkere Afrikaanse paradijzen waar de benzinerekeningen van de dictators betaald worden door Bono en lui van de Wereldbank. Het is er 35 graden... in de schaduw. Ze ondergaan gedwee de dure verslaving van de kolonialen tot in de bakoven van Dubai: het comfort en de hygiëne van thuis, het onbeperkte dienstbetoon van de inlanders en het tropische vakantieklimaat.
We zijn zonneaanbidders maar mogen het niet zijn voor huiselijk gebruik. We rijden met een sleurhut naar de Camargue om dan in een broeierige voortent zoemende muggen dood te kloppen en 's nachts te luisteren naar snurkende en winden latende buren. Op Ibiza gaan we bij 33 graden rampetampen en headbangen. In de Provence gaan we boven de boomgrens de Mont Ventoux bedwingen in het zweet des aanschijns. We springen en raften in onbewaakt bergwater of ketsen een bolletje op een broeierig plein bij een frisse Ricard. Bruin bakken en braden op de strand-BBQ van een Zuiderse Riviera.

We schepen in op een cruiseschip, een stampende vraat- en eetfabriek. We zuipen ons lazarus aan tropische cocktails onder tropische omstandigheden op een stampende partyboot voor de bevoorrechte massa. Hypocrisie is de meest beloonde ondeugd. We vinden het fijn om uren lang in een aluminium reageerbuis te vliegen, onder de okselgeur van een buurman starend naar de kale kop van de grijsaard voor je. We genieten in de veeklasse van plastieken eten uit een plastieken bord met een plastieken bestek, opgediend met een plastieken glimlach. We overleven een half etmaal vastgekneld in een veredelde babystoel, om aan de andere kant van de wereld zo vlug mogelijk een bruin kleurtje te krijgen, en ons cholesterolgehalte te verhogen onder de palmbomen van een exotisch strand. Met Ryanair vliegen geeft je zelfs het gevoel dat je naar een werkkamp gaat.

We zijn zo obsessief met onze gezondheid en veiligheid bezig dat we er ziek van worden. 

Maar als we thuis zijn stroomt de rampspoed door de massamedia en overspoelt de geesten. Dertig graden, iedereen smelt en de hersenpan verhit. We worden gebrainwasht met onheilstijdingen. Ons hart gaat sneller slaan om af te koelen, onze darmen protesteren tegen koude drank. Onze spieren verkrampen door zoutverlies. Ons brein krijgt een kater en karakteriële oprispingen. Onze bloed- en lymfevaten zetten uit. Onze nieren infecteren door te weinig vocht en onze huid kan te veel zweet niet aan. Enkel de brandstapel is een grotere kwelling. Bij een frisse duik in een onfrisse poel wacht ons een GAS-boete van een bekrompen bemoeial in een broekpak in opdracht van een wauwelende idiote politieke regelneef. We zijn zo obsessief met onze gezondheid en veiligheid bezig dat we er ziek van worden. Bejaardengebazel uit de krochten van ons verzorgingstehuis.

Het eiland van de blinden

Ik ben een adept van de opwarming van de aarde
Voor wie de zonnige geneugten van de opwarming van de aarde hier nog te minnetjes vindt, heb ik nog een aanradertje. Het Griekse eilandje Zakynthos. Er is geen bemoeizuchtige overheid. Integendeel. Alleen moet je oppassen dat je er bij het dansen van de Sirtaki op niemands tenen trapt. Het eilandje telt immers niet minder dan 680 blinde inwoners. Meer dan er ooit melaatsen waren op Molokai. Ze zijn niet verblind door de Helleense zon. Journalist James Angelos ontdekte in zijn Travels among the Greek Ruins dat er precies één oftalmoloog en één corrupte ambtenaar met valse attesten de invalidenkas hielpen oplichten voor zo'n negen miljoen euro. Iedereen kneep een oogje dicht, eenenzestig blinden haalden zelfs hun rijbewijs, en reden er rustig rond met hun autootje. Nog 498 anderen zagen beter dan Arendsoog, en droegen enkel een bril als alibi. In het land der blinden ziet men veel door de vingers.

Ik ben een adept van de opwarming van de aarde. Ik vind het heerlijk. Als we hier 365 dagen per jaar een straalblauwe hemel hadden, dan lag ik op mijn linkerzijde te soezen onder mijn olijfboom, neppend aan een glaasje ouzo of retsina, en ik liet, Helmut, Heidi en Europa de rekening betalen. Alleen vrees ik dat de kalveren nog eerder op het ijs zullen dansen.

Jean Marie Dedecker

Geen opmerkingen:

Een reactie posten